Een beetje Indonesische student zoekt zijn geluk in het buitenland
Journalist Jacco Hupkens woont momenteel in Indonesië. Op zijn blog schrijft hij over de ontwikkelingen in het land, maar ook over journalistiek. Volg hem op Twitter: @jaccohupkens.
De eerste Engelse woorden die veel Indonesiërs leren lijken ‘yes’, ‘no’ en ‘scholarship’. Vrijwel iedere student die ik tegenkom is van plan om in het buitenland een master- of doctorstitel te behalen, met steun van een buitenlandse universiteit of overheid. De VS (goede scholen) en Australië (dichtbij) zijn populair, maar Duitsland ook. Nederland wordt weinig genoemd.
Je kunt dit positief bekijken: Indonesiërs kijken graag over de landsgrenzen en zijn geïnteresseerd in andere culturen. Je kunt ook zeggen: Indonesische universiteiten zijn blijkbaar te slecht. Dat klopt namelijk ook. In de roemruchte ranglijst van de Times Higher Education speelt het land geen rol. In de Shanghai-ranglijst: idem.
Aanvraag voor de Wereldbank? Ik knutsel, knip, plak en Google wat raak
Nu is het natuurlijk oneerlijk om een land dat decennia gezucht heeft onder een roofzuchtig regime af te rekenen op de slechte universiteiten. Toch is het af en toe schrikken. Voorbeeld: mijn vrouw kreeg de vraag of ze een essay van een professor aan de Universitas Hasanuddin op het gebruik van Engels wilde controleren. Dat paper blijkt in z’n geheel door Google Translate gehaald (en dus onleesbaar), bovendien bestaat de literatuurlijst bijna volledig uit verwijzingen naar Wikipedia en anonieme weblogs.
Ander voorbeeld: diezelfde universiteit, die bekend staat als een van de betere van Oost-Indonesië, vraagt mij om een aanvraag voor financiële steun bij de Wereldbank op Engels te controleren. Hun project draait om het beschermen van het koraal bij Zuid-Sulawesi, dat bedreigd wordt door visvangst met gif en explosieven.
Enige probleem: de helft van de informatie die in de aanvraag zou moeten staan (over onderzoeksmethoden, eerder uitgevoerd onderzoek) ontbreekt, en na een paar dagen zeuren krijg ik een stel wetenschappelijke PDFs over koraal en mangrove met de mededeling dat het “hier ergens in zou moeten staan”. Ik knutsel, knip, plak en Google wat raak, stuur noodgedwongen een gedrocht van een aanvraag op en hoor er nooit meer wat van.
De universiteit heeft een hele onderzoeksgroep over koraal, maar laat uiteindelijk de aanvraag voor een miljoenenproject (in euro’s) over aan een journalist uit Nederland – een alfa bovendien. Ik krijg geen feedback op mijn werk, en heb eigenlijk het idee dat ze het nooit gelezen hebben. Een paar dagen later vertelt een Duitse onderzoeker, beter ingevoerd in koraalmaterie, dat er hoogstwaarschijnlijk klinkklare onzin in staat.
Geen sfeer van publish or perish in Indonesië
“Nu weet je hoe ik me voel,” vertelt Sainab (32) als ik, nog wat beduusd, dat verhaal vertel. Deze ecologe kreeg ruzie met dezelfde onderzoeksgroep, omdat ze kritiek had op de geldverspilling daar en omdat ze door een Duitse universiteit werd uitgenodigd om een tijdje in Duitsland te komen werken aan gezamenlijk onderzoek. “Het probleem daarmee was dat een oudere medewerker van mijn universiteit, die hoger staat in de hiërarchie, aan de beurt was om naar Europa te gaan.”
Ze legt uit dat onderzoekstripjes naar Europa gezien worden als beloning voor trouwe medewerkers, als vakantie. “De meeste onderzoekers gaan naar Europa, laten zich een of twee keer zien bij de universiteit daar en gaan dan rondreizen.” Dat dit kwaad bloed zet bij de Duitse partner, die meebetaalt aan de reis, lijkt ze weinig te deren.
Het is een bekend probleem bij Indonesische ambtenaren: je aanstelling krijg je door handig te netwerken. Als je dan eenmaal op je plek zit, is het bijna onmogelijk om nog ontslagen te worden – hoe incompetent je ook bent. Westerse wetenschappers klagen wel eens over de druk om te publiceren, als vereiste om hun baan te behouden. Hun Indonesische collega’s kennen dat probleem nauwelijks.
Wind van verandering?
Er zijn wel wat tekenen van een cultuuromslag: de nieuwe vice-gouverneur van Jakarta laat sinds kort competentie meewegen bij de beslissing om ambtenaren wel of niet promotie te gunnen. Politici die onder het mom van ‘veldwerk’ naar Europa reizen en daar vervolgens alleen maar shoppen en vakantievieren, krijgen tegenwoordig de wind van voren in de (sociale) media. Ook op universitair gebied wordt er wel eens een halfslachtige poging tot verbetering ondernomen.
Sainab wil die ontwikkeling niet afwachten. “Ik houd van mijn land, maar ik heb niet het idee dat ik hier veel kan bijdragen.” De universiteit van Bremen, die talent en werklust wel waardeert, heeft haar uitgenodigd als promovendus. Een vriendin van haar, die zichzelf in Indonesië eveneens onmogelijk had gemaakt als kritische en skeptische student, is daar al PhD. En Sainabs toekomst? “Hopelijk kan ik daarna als postdoc aan de slag. In Europa.”
Lees ook uit Indonesië:
De strijd om minimumloon in Indonesië
1965: Indonesië pakt de eigen mensenrechtenschendingen niet beter aan dan Nederland