Foto Jeffry Ruigendijk
|

Erger dan vastzitten in een land, is vastzitten in niemandsland

Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Voor ons is de tijd om te gaan vandaag gekomen. Ogen en oren waren wekenlang gesperd om verhalen uit alle hoeken te absorberen. Met alle zintuigen voor de laatste uren op scherp en met een hoofd vol informatie trekken we richting Akçakale, het stadje op de grens tussen Syrië en Turkije.

We zijn niet de enigen die vandaag de grens oversteken naar veiliger oorden. Nog lang voor we aan de grens zijn zien we overladen busjes dezelfde richting uitgaan. Voltallige families trekken met hun hele hebben en houden het land uit, of dat proberen ze althans. Op de grens staat een mensenmassa verzameld die tot aan de horizon lijkt te reiken. Het is er op de koppen lopen. Gesjouw en gewurm met onze tassen en camera’s, door de bende lijven heen een weg banen. Ons werk zit er op, en we willen naar huis.

Vechten tegen een gesloten hek
Maar voor de Syriërs ligt het anders. Zij hebben geen werk, en zij gaan niet naar huis. Overal staan mannetjes met kruiwagens, om de koffers en tassen van de families tot over de grens te voeren. Een grens die bestaat uit twee hekken, met daartussen zo’n tien meter wandelpad. Op het eerste hek pronkt de vlag van de Syrische revolutie. Boven het tweede hek wappert de Turkse vlag. Daar willen we zijn, wij allemaal.

Maar niemand komt erdoorheen. Het hek is gesloten. Om veiligheidsredenen hebben Turkse autoriteiten de grens gesloten na gevechten gisteren. De wanhoop nabij probeert een man zichzelf over het hek te smijten. Hij wordt er hardhandig afgeslagen. Een andere man kruipt op een vrachtwagen in de hoop zo over de grens gesmokkeld te worden. Ook hij wordt meedogenloos tegen de grond gemept.

Een stukje niemandsland tussen de grenzen
Even lijken we vast te zitten aan de grens. Maar de wachters hebben ons gezien. Ons Westers voorkomen speelt dit keer in ons voordeel. “Journalisten?” vraagt eentje. Oef! Het hek blijft toe, maar we kruipen door haar spleten, of klimmen over haar rug. Achter ons laten we een krijsende menigte, maar het werk zit er op en we kijken niet meer om.

Maar wat erger is dan vastzitten aan de grens, is vastzitten óp de grens. Nog voor we het Turkse hek bereiken, vinden we een man en een vrouw, vergezeld door een heleboel jutezakken. Ze zitten aan de kant van het pad dat aan niemand toebehoort. Een stukje niemandsland.

Nee, het werk zit er niet op. Die avond brengen we voor de Vlaamse radio nog een laatste stukje. Het verhaal van een man die samen met zijn vrouw en inboedel vastzit tussen twee hekken. Hopend om aan de andere kant een plekje te veroveren in het vluchtelingenkamp. En er “als God het wil” werk te vinden op de katoenvelden, want iemand vertelde hen dat die er zijn.

Annabell van den Berghe en Jeffry Ruigendijk reisden de afgelopen weken door Koerdisch Syrië. Ze schreven daarover op De Buitenlandredactie en op Twitter: @Annabellvdb en @JeffRuig.

Vergelijkbare berichten