Het homohuwelijk in een stroomversnelling
Delaware. Rhode Island. Minnesota. Alledrie Amerikaanse staten, en ze hebben nog iets gemeen: in alledrie deze staten is in de afgelopen weken het homohuwelijk gelegaliseerd.
Het is interessant om te zien hoe snel de publieke opinie, en de politiek, op dit onderwerp is omgeslagen. Eind maart schreef ik hier nog dat in een peiling 53 procent van de ondervraagden aangaf voor legalisering te zijn. In een peiling van afgelopen week was 55 procent voor. Natuurlijk hebben peilingen altijd een foutmarge, maar er is wel degelijk sprake van een stijgende lijn in de afgelopen jaren. Slechts vier jaar geleden was zestig procent nog tegen. En de politiek doet zijn best de publieke opinie bij te houden.
Bij The Atlantic hebben ze een zeer aardig kaartje gemaakt waarin de evolutie op het gebied van het homohuwelijk te zien is. In de jaren zeventig werden de eerste wettelijke verboden op het homohuwelijk ingevoerd, maar het verankeren van homofobie in de grondwetten van de staten begon pas veel later, in het eerste decennium van de 21e eeuw. En als de gouverneur zijn krabbel onder de nieuwe wet zet wordt Minnesota de twaalfde staat waar homoseksuelen kunnen trouwen. De kiezers wezen daar zes maanden geleden een grondwettelijk verbod op het homohuwelijk bovendien af. Een flinke omslag in de afgelopen vijftien jaar.
Deze stapsgewijze aanpak zal niet overal werken. Vooral in de zuidelijke staten is er nou eenmaal veel meer weerstand dan in bijvoorbeeld het noordoosten van het land. Het enige wat legalisering op nationaal niveau mogelijk kan maken is een vergaande uitspraak van het Hooggerechtshof. Het is mogelijk dat die dit jaar nog komt als de negen rechters zich uitspreken over de Defense of Marriage Act, maar dat is een kwestie van afwachten.