|

Positief nieuws over (Zuid-)Afrika

Zuid-Afrikanen die horen dat ik journalist ben, drukken mij vaak op het hart vooral niet al te negatief over hun land te schrijven. Want dat doen journalisten, zeggen zij dan. Journalisten zijn altijd negatief en hebben nooit oog voor de mooie dingen in hun land.

Er zijn ondertussen ook nogal wat Westerse journalisten die deze stelling huldigen. Zij drukken collega’s op het hart vooral toch ook eens wat positiefs over (Zuid-)Afrika te melden.

Ik vind dat een journalistiek verwerpelijke stelling. Een journalist zou nooit vooraf op zoek moeten gaan naar positief dan wel negatief nieuws. Journalisten behoren te schrijven over wat belangrijk is om te weten, ongeacht of dit een land of regio in positief of negatief daglicht stelt. Journalisten moeten hun oor te luisteren leggen, niet op zoek gaan naar wat zij vooraf van plan waren te vertellen.

Natuurlijk is verslaggeving altijd onvolledig (je kunt nu eenmaal niet alles opvangen) en subjectief (wat je hoort als je je oor te luisteren legt, is afhankelijk van de omgeving waarin je je begeeft en van de mensen met wie je je omringt). Maar onvolledigheid lijkt mij nog altijd wenselijker dan zoeken naar iets wat je zelf vooraf zo graag wilde vinden.

Het probleem is namelijk dat je uiteindelijk altijd wel vindt wat je van plan was te zoeken. Pas als je op zoek gaat naar positief nieuws (of juist naar negatieve verhalen) verdraai je de werkelijkheid en wordt journalistiek werkelijk subjectief. Ik weet dat uit eigen ervaring. Ik schreef er een hoofdstuk over in mijn boek Een hongerbuik is snel gevuld.

Journalisten zoeken in die gevallen immers altijd naar de verhalen die zij al kenden (anders wisten zij niet dat zij ernaar wilden zoeken). Wat zij dus doen, is hun eigen opvattingen (en die van hun lezers wellicht) herbevestigen. Dat heeft weinig zin. Zij zijn juist als correspondent naar een bepaalde regio gestuurd om te beschrijven wat mensen hun daar vertellen, te beschrijven wat zij daar zien, niet om vooroordelen van thuis nog eens van wat extra kracht te voorzien.

Verwachtingen beïnvloeden onze ervaring van de realiteit
Bovendien is het zo dat onze verwachting vooraf onze ervaring van de werkelijkheid beïnvloedt. Zelfs als je je vooraf bedachte verhaal niet werkelijk vindt op de plek die je dient te beschrijven, dan zorgen onze hersenen er wel voor dat het lijkt alsof je vindt wat je dacht te zoeken.

Gedragseconoom Dan Ariely beschrijft dit principe in zijn boek Predictably Irrational, op basis van een reeks experimenten.

Een daarvan is een test waarin mensen twee biertjes krijgen voorgeschoteld. Het eerste is normaal bier (Budweiser), aan het tweede is een klein druppeltje azijn toegevoegd. Bij blind proeven antwoorden de meeste ondervraagden (gek genoeg) dat zij het bier met een druppeltje azijn lekkerder vinden (waarschijnlijk omdat er dan eindelijk wat smaak aan Budweiser zit). Maar als mensen vooraf wordt verteld dat aan dat tweede bier azijn is toegevoegd, vindt praktisch iedereen het normale bier het lekkerst.

Kennis vooraf bepaalt wat wij als lekkerder ervaren.

Zo is het ook bij de wil tot zoeken van positief nieuws. Als je dit jezelf tot doel hebt gesteld, zul je plotseling in alle zaken daadwerkelijk ‘het mooie’ vinden: de romantiek in de armoede, de mentale weerbaarheid van mensen die leven in onnoemelijke ellende, de potentie in bevolkingsgroei.

Als je altijd vooraf vertelt in welk bier een druppel azijn zit, zal de mensheid tot het einde der dagen voor de normale Budweiser kiezen en zal dat bier dus nooit met een druppeltje azijn door de producent worden verrijkt. Zo ook met de situatie in (Zuid-)Afrika.

Als testpersonen van Ariely pas achteraf werd verteld dat aan het bier dat zij het lekkerst vonden azijn was toegevoegd, bleven zij opvallend genoeg bij hun stelling dat dat bier toch echt het lekkerst was. Velen van hen deden daarna zelf bij hun volgende biertje een klein scheutje azijn om de smaak te verbeteren. Kijk, dat is nu vooruitgang.

Vergelijkbare berichten