|

‘In Groot-Brittannië wordt eerlijkheid als onbeleefd ervaren’

Anne Saenen. Foto: Mirjam van den Berg
Anne Saenen. Foto: Mirjam van den Berg

Bio: Anne Saenen studeerde History & African Studies in Londen en werkt – na een paar jaar in Nederland te hebben gewerkt – als freelance correspondent en producer voor onder andere de NOS en EenVandaag. Anne houdt een online portfolio bij op haar website. Op Twitter: @annesaenen

Waarom Londen?

Correspondent worden is altijd mijn grote droom geweest. Maar ik heb nooit bewust voor Groot-Brittannië gekozen. Ik ben voor het eerst in Londen terechtgekomen toen ik een uitwisseling deed aan City University tijdens de opleiding journalistiek. Na deze uitwisseling wist ik dat ik nog niet op Londen uitgekeken was, maar mijn diepe interesse lag bij Afrika en het Midden Oosten. Na de studie journalistiek en ruim een jaar werkervaring, besloot ik verder te studeren en ging op zoek naar een universiteit waar de geschiedenis en politiek van Afrika centraal stond. Online stuitte ik op de School of Oriental and African Studies…in Londen! De combinatie van een Afrika-studie en Londen: metropool en media-stad, daarover hoefde ik toen niet lang na te denken.

Hoe (en wanneer) ben je toen correspondent geworden?

Daar is moeilijk een datum aan vast te pinnen. Ik woonde en studeerde natuurlijk al een aantal jaar in Londen. Na mijn studie liep ik stage bij NOS Bureau Londen. En daarna werkte ik voor de Afrika Redactie van de Wereld Omroep. Ik reisde daarvoor elke week een paar dagen naar Nederland. Tegelijkertijd deed ik losse opdrachten in Londen voor verschillende Nederlandse omroepen. Totdat ik uiteindelijk een vastere aanstelling kreeg als plaatsvervangend correspondent voor de NOS. Dat is nu ongeveer een jaar geleden. Ik denk hier zeker nog de komende paar jaar te blijven

Wat deed je voor het correspondentschap?

Voor ik permanent naar Londen vertrok heb ik mijn diploma aan de School voor Journalistiek in Utrecht gehaald en werkte ik voor RTV West, het NOS Jeugdjournaal en de Haagsche Courant.

Welke verhalen wil jij als correspondent vertellen?

Pfoe, er zijn hier zoveel verhalen te vertellen. Welke verhalen zou je niet willen vertellen? Ik ben geïnteresseerd in een breed scala aan onderwerpen. Soms ben ik weleens bang dat het er teveel zijn. Zware politieke en economische verhalen kunnen razend boeiend zijn, en ook heel belangrijk. Maar waar ik ook erg van hou zijn onderwerpen over subculturen of portretten van bijzondere karakters. Zulk soort opvallende en persoonlijke verhalen, zijn vaak ook de verhalen die blijven hangen bij het publiek.

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Londen ging wonen?

Ik vond het in het begin best moeilijk, en nog steeds wel eens, te begrijpen wat Britten nou echt bedoelen. Wij Nederlanders zijn heel direct in onze communicatie. Zogenaamde ‘eerlijkheid’ staat bij ons hoog in het vaandel. Gewoon zeggen waarop het staat. In Groot-Brittannië wordt dat als onbeleefd ervaren. Wat Britten zeggen is vaak een understatement, maar soms ook niet. ‘Quite good’, bijvoorbeeld, kan briljant betekenen, maar ook ver onder de maat. Of een ‘slight problem’ kan toch een groter probleem blijken dan je in eerste instantie zou denken.

Anne Saenen. Foto: Mirjam van den Berg
Anne Saenen. Foto: Mirjam van den Berg

Wat is het moeilijkste aan werken in Engeland/Verenigd Koninkrijk?

De Britse pers is heel kritisch. Soms wel eens iets te aanvallend en kritisch. En daardoor zijn de autoriteiten, maar ook het Britse publiek heel wantrouwig tegenover journalisten. En dat maakt het werken hier niet altijd makkelijk. Vooral in de grote steden.
Voor Eenvandaag produceerde ik eens een reportage over de Britse verkiezingen. Ik was op zoek naar zelfstandig ondernemers die voor de camera wilden vertellen wat zij van de gevestigde politiek vonden. Niet zo’n probleem, zou je denken. Maar niemand wilde voor de camera verschijnen. Aan het einde van een dag leuren, nam ik een taxi naar het station. En tot mijn grote vreugde begon de chauffeur ongevraagd af te geven op alles wat met politiek te maken had. De prachtigste vox-pops vlogen om mijn oren. Ik vroeg hem of we hem konden interviewen en dat kon. De volgende dag zouden wij, de crew, hem ontmoetten. ’s Morgens kreeg ik nog bericht van hem, maar ‘s middags verscheen hij niet op de afgesproken locatie. We belden zijn taxi bedrijf. Zonder verdere uitleg werd ons verteld dat onze chauffeur naar huis was gegaan. De tijd begon te dringen. We hadden nog meer afspraken en een terugvlucht op de agenda. We besloten nog een kijkje te nemen bij de pub die onze chauffeur in het voorgesprek genoemd had. Daar aangekomen vertelde de barman dat hij zojuist aan de bar had gezeten. Sterker nog, zijn pint bier stond er nog. Maar onze taxichauffuer leek van de aardbodem verdwenen. Hij was duidelijk voor ons op de vlucht geslagen. Schijnbaar uit plotselinge angst voor de camera. En waar die achterdocht ineens vandaan kwam? Dat weet ik nog steeds niet.

Op welke productie ben je tot nu toe het meest trots?

Ik denk op diezelfde reportage voor EenVandaag, omdat ik mijn hoofd koel hield en stug doorging met de zoektocht naar geschikte interviewkandidaten. Dat betekende dat we alle pubs en kleine ondernemingen van het dorp die middag zijn afgegaan om in korte tijd hun vertrouwen te winnen. Wat voor ons een droog onderwerp leek, bleek bij de Britten gevoelig te liggen. En die grote camera hielp ook al niet. Na heel wat inspanning spraken we twee ondernemers met een goed verhaal en was de verslaggever op tijd op het vliegveld.

En op welke absoluut niet?

Ik ben minder tevreden over een reportage over het drankgebruik van jongeren in Groot-Brittannië. Ook hier gold weer dat een schijnbaar makkelijke opdracht een bijna onmogelijke bleek. We wilden uitgaande jongeren filmen die een aardig slokje ophadden om te zien wat Britse jongeren beweegt zoveel te drinken in het weekend. Omdat er een ploeg werd ingevlogen, zat ik aan een bepaalde avond vast. Ik heb hemel en aarde bewogen om een groep jongeren te vinden met wie we die avond op pad konden. Maar niemand wilde gefilmd worden tijdens een avondje uit. Uit angst dat beelden op het internet zouden verschijnen of omdat ze het Britse cliché niet wilden bevestigen. En als we wel mee mochten van de feestbeesten dan gaf de club of bar waar ze van plan heen te gaan ons geen toestemming binnen te filmen. Uiteindelijk hebben we genoeg prachtige beelden van straalbezopen jongeren. Maar we hebben geen groepje kunnen volgen met wie we de volgende dag bijvoorbeeld na konden praten. Dat was jammer.

Wie zijn je opdrachtgevers? Doe je er ook niet-journalistiek werk naast?

Ik werk alleen als journalist. Als plaatsvervangend correspondent voor de NOS en voor een Brits sportvideo productiebedrijf. Verder doe ik regelmatig losse opdrachten voor verschillende Nederlandse omroepen.

Hoe onderscheid je jezelf van andere correspondenten in het Verenigd Koninkrijk?

Daar houd ik me niet zo bewust mee bezig. Al denk ik wel dat je als freelance correspondent multimediaal moet zijn. Verder denk ik dat het belangrijk is dat je je aan de zogenaamde basisregels van een freelancer houdt. Gewoon doen wat je belooft, dan ben je al een heel eind op weg. Opdrachtgevers zitten vaak niet op Oscarwinnende reportages te wachten, maar wel op een gedegen verslag dat op tijd binnen is. Die Oscars komen later wel.


Hoeveel uur per week werk je gemiddeld? Wat is de verhouding bureau-/veldwerk?

Het aantal uren dat ik werk varieert per week. Dat ligt mede aan de nieuwsgebeurtenissen, maar ook aan het aantal diensten dat ik ingeroosterd ben. Op het moment heeft bureauwerk de overhand, maar ook dat verschilt per opdracht.

Op welke manieren gebruik je als journalist sociale media en waarom?

Om sociale media kun je als correspondent niet meer heen. Ik maak gebruik van verschillende sociale platforms, maar moet daarbij wel toegeven dat ik nog niet zo’n fervent twitteraar ben. Al verschillende malen ben ik succesvol door collega’s en vrienden overtuigd van de pure noodzaak van Twitter. Vandaar dat ik op dit moment een serieuze poging doe mij in dit medium te verliezen. Waarschijnlijk raak ik binnenkort verslaafd en kan ik me geen leven zonder dagelijkse tweets meer voorstellen.

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

Het klinkt zo voor de hand liggend, maar het is uiteindelijk de enige manier: ‘verzin een list’ en vertrek. Daarmee bedoel ik dat je wel een plan voor jezelf moet hebben en niet geheel zonder voorbereiding op reis moet gaan. Tegelijkertijd zal je toch een zeker risico moeten nemen door je spullen te pakken en gewoon te gaan.

Vergelijkbare berichten