|

‘Ga in een bar werken, dat is de beste school voor journalistiek’

Bio: Stefan de Vries (1970) is journalist, schrijver, ondernemer en commentator in Parijs. In Nederland kennen we hem vooral als Frankrijk-correspondent bij RTL Nieuws, maar zijn repertoire reikt veel verder dan de Franse actualiteiten. Op Twitter: @stefandevries

Waarom Parijs?

Ik was altijd al verliefd op Parijs, vanaf de eerste keer dat ik er kwam op schoolreisje. Vanaf dat moment wist ik dat ik hier wilde wonen, en dat gebeurde ook, in 1999. De liefde is nog steeds niet over.

Hoe en waarom ben je correspondent geworden?

Ik schreef vroeger al veel, ik zat bij de schoolkrant en schreef voor het faculteitsblad. Op de middelbare school zei iedereen ‘je moet de journalistiek in’. Maar ik vond dat je daar geen geld mee konden verdienen, dus studeerde ik rechten. Uiteindelijk hadden zij gelijk.

Ik was aan het lunchen met een kennis, Pieter van den Blink (nu eindredacteur van 360 magazine, red.), die werkte als correspondent voor TweeVandaag (nu EenVandaag). Ik heb hem een halfjaar geassisteerd, tot hij een gegeven moment vertrok uit Parijs, toen heb ik zijn baan bij TweeVandaag overgenomen.
Zo ben ik er dus min of meer ingerold. Hij raadde me ook aan contact op te nemen met BNR Nieuwsradio, want ‘dat was wel iets voor mij’. Dat heb ik gedaan, en niet veel later kwam RTL erbij en opeens binnen een halfjaar was ik correspondent.

Stefan de Vries

Wat deed je voor het correspondentschap?

Ik studeerde rechten, werkte als tekstschrijver bij een reclamebureau en verhuisde in 1999 naar Parijs. Drie jaar later volgde ik in Hollywood een opleiding tot filmregisseur en studeerde ik in Parijs aan Sorbonne universiteit kunstgeschiedenis. Ik heb in Parijs een tijdje in de film gewerkt, maar dat lukte niet zo goed.

Welke verhalen wil jij als correspondent vertellen?

Er is veel te vertellen over het Frankrijk van nu; Frankrijk ligt dicht bij Nederland en veel Nederlanders gaan er op vakantie, maar eigenlijk kennen weinig mensen het echt. Veel Nederlanders weten niet dat het een hele moderne maatschappij is. Er zijn veel bedrijven die wereldleider zijn in een marktsector. Er wordt hier veel uitgevonden en veel hightech wordt hier geproduceerd…daar zou ik wel meer aandacht aan willen besteden.

Waar moest je aan wennen toen je in Frankrijk ging wonen?

Ik hoefde eigenlijk nergens aan te wennen, ik kon niet wachten om er te wonen. Ik was heel ontevreden in Nederland, ik heb het altijd al een kloteland gevonden.
Als je verliefd bent op iemand zie je z’n foute kanten niet zo snel…ik denk dat ik hetzelfde had toen ik naar Parijs kwam. Nu vind ik dat Fransen te bang zijn voor het leven en niet durven te ondernemen. Dat stoort mij wel eens.

Merk je dat ook in de journalistiek?

Ja, mensen zijn bang om risico’s te nemen en ze klagen veel. Het concept freelance journalistiek bestaat hier eigenlijk niet. Het enige wat zij willen is zo snel mogelijk in dienst worden genomen bij een blad of krant.

In de politieke journalistiek kun je de verhoudingen tussen politici en journalisten incestueus noemen…letterlijk ook, dat mensen met elkaar in bed duiken. Veel journalisten hebben in hun achterhoofd dat ze later in het kabinet van één of andere minister terecht kunnen komen.

Wat is het moeilijkste aan werken in Frankrijk?

Ik vind het juist makkelijker, maar ik ben hier ook wel echt geïntegreerd denk ik, als inwoner en als journalist.

Ik denk ook dat het met karakter te maken heeft; ik ben goed in netwerken en ik kan met flair ergens binnenkomen. Fransen stellen dat op prijs. Elk land heeft z’n eigen mores en codes om ergens binnen te komen, als je eenmaal goed begrijpt hoe het werkt dan kom je er wel.

Het is hier veel formeler, meer theatraal. Er is nog een soort romantiek. In Nederland vind ik de hiërarchie vaag. Iedereen doet alsof we allemaal toffe jongens zijn die met elkaar op zwemles hebben gezeten, terwijl er wel degelijk sprake van een hiërarchie is. In Frankrijk weet je hoe de rollen zijn verdeeld. Je moet je daar aan conformeren, en daarna kun je er mee gaan spelen.

Stefan de Vries
Stefan de Vries

Je bent lang niet de enige correspondent in Parijs, zit jij denk je het diepst in het wereldje?

Ja. Ik ben hier komen wonen omdat ik dat wilde, hier is mijn leven. Ik denk dat dat een verschil is met de andere correspondenten die uiteindelijk weer teruggaan.

Zien we dat ook terug in jouw producties?

Misschien, doordat ik meer bagage heb. Er zijn media die hun correspondenten afwisselen, maar dat betekent wel dat je elke vijf jaar dezelfde verhalen krijgt. De correspondent die zich verwondert en dan z’n weg vindt…ik ben heel anders. Je kunt bekritiseren dat ik er juist té diep in zit en geen band meer heb in Nederland, voor allebei valt iets te zeggen.

Op welke productie ben je het meest trots?

Op het boek dat ik samen met Marijn Kruk heb geschreven over de Arabische Lente, ‘Onder mijn zolen’. Het was een commerciële flop, maar het was een mooi project waar ik erg trots op ben.

Voor het Financieele Dagblad heb ik samen met twee collega’s een groot onderzoek gedaan naar hoe Franse staatsbedrijven gebruik maken van Nederland als belastingparadijs. Dat was een goed onderzoek en het deed veel stof opwaaien, ook in Frankrijk.

En natuurlijk was er BNR Europa, mijn wekelijkse radioprogramma vanuit het Europees Parlement in Brussel. Dat was niet eenvoudig om van de grond te krijgen. Ik kwam met het idee vlak voor de crisis, dus niemand was geïnteresseerd in Europa. Dat veranderde snel. Ik heb het twee jaar met veel plezier gedaan met de mensen van BNR.

Op welke productie ben je absoluut niet trots?

Dat weet ik eigenlijk niet, ik heb nog geen enorme blunders gemaakt. Nou ja, soms worden verhalen door tijdgebrek niet zo goed als je zou willen.

Wie zijn je opdrachtgevers? Doe je ook niet-journalistiek werk?

Ik ben niet alleen correspondent. De enige media waar ik nu als correspondent voor werk zijn RTL en de VRT. Ik werk ook als commentator voor Franse media, ik maak boeken, ik bedenk projecten. Het is een stuk minder dan een paar jaar geleden; ik ben gestopt bij BNR en werk niet meer voor het FD.

In de toekomst wil ik meer lange en grotere projecten doen, niet alleen maar nieuws.

Stefan de Vries

Jouw vertrek bij het Financieele Dagblad, heeft dat te maken met jouw korte politieke carrière als kandidaat-lijsttrekker?

Ik was kandidaat voor het lijsttrekkerschap van de groene partij Europe Écologie Les Verts. Ik kreeg drie stemmen. Het was hele lokale politiek, het was meer voor de lol eigenlijk. Het Financieele Dagblad kon dat niet waarderen.

Hoe onderscheid je jezelf van je collega’s in Frankrijk?

Ik ben misschien wat meer uitgesproken, ik ben heel actief op internet en durf mijn ongezouten mening op zaken te geven. Ik denk dat andere correspondenten dat niet zo snel zullen doen. En ik ben misschien wat meer ondernemend…

Hoeveel uur per week werk je gemiddeld?

Als ik niet slaap ben ik het aan het werk. Maar om het nou echt werk noemen…alles wat ik doe staat wel in het teken van journalistiek of communicatie. Ook als ik met iemand lunch of even bijpraat. Het is toch een verrijking. Ik denk dat je als journalist altijd aan het werk bent, het is een soort lifestyle.

Op welke manier gebruik je als journalist sociale media en waarom?

Je kunt je met Twitter als journalist beter in de markt zetten. Ik gebruik het zelf voor het verkopen van content, ik volg veel politici en zij volgen mij. Daarnaast volg ik collega-journalisten, persbureaus…het is ook handig om met mensen in contact te komen, hoewel dat sneller gaat via LinkedIn. Het is een continue news feed, hoewel ook wel eens afleidend en vermoeiend. Maar uiteindelijk is het een hele nuttige toevoeging vind ik, in de journalistiek. Het nadeel is wel dat het gevaarlijk is omdat het snel gaat. Je moet wel bronnen blijven verifiëren voordat je iets overneemt.

Welke eigenschappen moet een correspondent hebben?

Je moet vasthoudend zijn en je opstellen als een kameleon. Als je spiegelgedrag kunt vertonen vertellen mensen je meer. Je moet niet aanpappen, maar aanpassen.
De taal goed beheersen is ook een vereiste, en je moet goed alleen kunnen zijn. Zeker de beginperiode kan soms eenzaam zijn.

Wat is jouw gouden tip?

Ga in een bar werken, dat is de beste school voor journalistiek die er bestaat, zeker in het buitenland. Ik begon zelf in Parijs bij Café Noir. Je leert er de taal buitengewoon snel en je leert hoe een maatschappij in elkaar steekt.

Vergelijkbare berichten