|

Geboren in het verkeerde land

Een groepje vrouwen zit achter hun verkoopwaar met elkaar te kletsen. Ze giechelen als ik zuchtend het zweet van mijn voorhoofd veeg. “Leuk broekje heb je aan!” roept één van hen. “Kun je je voorstellen hoe heet wij het hebben?” Ze wijst naar haar strakke legging en lange zwarte jurk. Ze hebben gelijk, ik stel me aan.

Een van de dames escorteert me naar haar stalletje. Na een paar minuten maken haar verkooppraatjes plaats voor een gesprek over iets dat haar écht bezighoudt: “Oezbekistan is simpelweg een hete gevangenis. Als mensen mij vertellen dat ze naar Oezbekistan willen verhuizen, dan vraag ik of ze gek zijn en vertel dat ze er vooral ver vandaan moeten blijven.”

Mariya is 27 en verkoopt zijden shawls tegenover een eeuwenoude moskee in de stad. Ze is bijzonder in haar soort. Niet eerder hoorden we een Oezbeek ook maar een minuscuul puntje van kritiek geven op het thuisland en haar regering. Volgens Mariya is het angst, en zijn de schone schijnverhalen onzin. “Ik ben voor niemand bang. Mensen moeten weten wat voor verschrikking dit land is.”

Niet altijd woonde Mariya in Oezbekistan. Vlak na de val van het Sovjetimperium besloot haar familie hun geluk te beproeven in Moskou. Ze heeft er alleen maar goede herinneringen aan overgehouden. Haar wereld stortte dan ook in toen haar moeder zeven jaar later vertelde dat ze het niet langer aankon om in Moskou te blijven en terug wilde naar Oezbekistan. “Mijn moeder associeerde Moskou met de dood. Ze zag met haar eigen ogen hoe mijn oom daar omkwam bij een auto-ongeluk. Dat beeld heeft ze nooit uit haar hoofd gekregen.”

Mariya’s moeder dacht dat het beter zou gaan in Oezbekistan, waarop de hele familie weer terugkeerde. Het emigratiebeleid had de Oezbeekse overheid inmiddels aangepast: terugkeren naar Oezbekistan was geen probleem, maar vervolgens weer vertrekken naar een ander land is volgens Mariya onmogelijk geworden.

Inmiddels studeert Mariya in de avonduren medicijnen. Een keuze van haar moeder; zelf had ze liever shawls ontworpen. Maar ‘daar valt niks mee te verdienen,’ had haar moeder gezegd. Mariya probeert er de voordelen van in te zien, met deze studie kon ze immers het afgelopen halfjaar in haar geliefde Moskou studeren. Langer ging helaas niet, vertelt ze met enige frustratie in haar stem. “Onze overheid verstrekt geen visum voor een langere periode. Ze zijn bang dat we het land massaal verlaten. En terecht.”

Elke dag vertelt Mariya haar moeder hoe erg ze naar Moskou verlangt. Haar moeder ziet de bui al tijden hangen en heeft uit voorzorg haar paspoort verstopt. “Snap je nou waarom dit land een gevangenis is?” probeert ze – inmiddels op luide toon – duidelijk te maken. “Ook tijdens het Sovjetregime leefden we in een gevangenis hoor, maar nu is mijn cel wel tig keer kleiner geworden.”

Zoveel eisen stelt Mariya niet, vindt ze. Als Moskou niet lukt, is Turkije ook goed. Istanbul schijnt tenslotte een prachtige stad te zijn. “Ik ben in het verkeerde land geboren. Ik mis McDonalds en ik wil weer net zulke korte broekjes dragen als jij zonder voor hoer te worden uitgemaakt. Maar bovenal mis ik vrijheid.”

Project Menjatj (Russisch voor ‘Veranderd’) is een project van fotograaf Gert-Jan Peddemors, waarbij hij met zeven schrijvers door de republieken van de voormalige Sovjet-Unie reist. Doel van de reis is om vast te leggen hoe de Sovjet-geschiedenis vandaag de dag nog is terug te zien, en hoe deze bijzondere landen zich ontwikkeld hebben na de val van de Unie. De laatste etappe loopt door Centraal-Azië, waarbij Oezbekistan, Tajikistan, Kyrgyzstan en Kazachstan worden aangedaan. Gedurende zes weken schrijven Lindsey Groot en Sjoerd Klumpenaar de verhalen achter de foto’s van Gert-Jan. Naast verhalen voor De Buitenlandredactie produceren zij tijdens hun reis door Centraal Azië ook op www.menjatj.nl

Vergelijkbare berichten