|

Rampeninzameling als nationaal feestje

Youp van ’t Hek schreef afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad een rake column over het orgastisch genot dat Nederland eraan beleefde om ongeveer één à twee euro per persoon te storten voor de Filippijnen. Één grote kakofonie van goeddoenerij was het. En van misplaatste borstklopperij. Want nog geen twee euro per Nederlander (28 miljoen in totaal) is uiteraard beschamend weinig.

Ik verbaas me erover dat veel mensen maar niet lijken te begrijpen dat dit soort inzamelingsacties (lees: het circus eromheen) er vooral is voor Nederlanders zelf, niet zozeer voor de slachtoffers ver weg. Alsof het pas na de tyfoon Haiyan lastig leven werd op de Filippijnen. Alsof de mensen daar de Nederlandse hulp twee maanden geleden niet konden gebruiken. Maar toen kon het ons nog niets schelen.

Nu nog steeds niet écht trouwens. Waar we ons vooral over opwinden is dat sommige mede-Nederlanders niet (genoeg) hebben gegeven aan Giro 555. Want dan ben je een egoïst, en dien je dat te weten ook. De clichéverdediging luidt vervolgens: er blijft te veel aan de strijkstok hangen. Dooddoener.

Geen massale inzamelingsacties in Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika waren geen massale inzamelingsacties voor de Filippijnen. Tenminste, geen inzamelingsacties waarover ik heb gehoord of gelezen. Zuid-Afrika heeft zijn eigen problemen: miljoenen mensen die onder de armoedegrens leven bijvoorbeeld. En dus was er even niet zoveel aandacht voor een natuurramp duizenden kilometers verderop.

Toch zijn er ook zelden inzamelingsacties voor de armen in Zuid-Afrika zelf. Terwijl we het toch hebben over het economisch meest ongelijke land ter wereld – er zijn dus op zich ook genoeg mensen die zouden kunnen geven. Ik denk echter dat hier eveneens pas geld wordt ingezameld als opeens een vloedgolf Durban overspoelt of als er een dynamietfabriek in Soweto ontploft. Tot dan klagen rijke Zuid-Afrikanen, net als Nederlanders, vooral over te hoge belastingen, corruptie (als variant op de strijkstok) en hun eigen (beperkte) moeilijkheden in het midden van de economische crisis – die ene vriend die werkloos is geworden.

Zuid-Afrika is in veel opzichten de wereld in het klein. Maar vergis je niet, de wereld als geheel is economisch nog ongelijker dan Zuid-Afrika. Alleen zijn de geografisch afstanden tussen arm en rijk groter. Dat maakte het de afgelopen week in Nederland vaak gehoorde sentiment ‘wij hebben het zelf ook niet makkelijk, doe eerst maar wat aan de armoede in eigen land’ nog eenvoudiger te uiten.

Zelfs menig rijke Zuid-Afrikaan komt heel zijn leven nooit in een sloppenwijk om de hoek. Het hoeft daarom niet te verbazen dat verreweg het grootste deel van de Nederlanders nog nooit een werkelijk arm land heeft bezocht, nooit échte armoede heeft gezien. Die onwetendheid (armoede is altijd rauwer in werkelijkheid dan op camera) maakt dat geld inzamelen van tijd tot tijd schaamteloos een heus nationaal feestje kan worden, waarin onze eigen zogenaamde gulheid centraal dient te staan. En ondertussen maar bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking.

Even kort hulp, en dan weer negeren
Dus wordt er nu op basis van vrijwillige donaties noodhulp gegeven aan de Filippijnen, in het beste geval tot het armzalige bestaansniveau van vlak voor de tyfoon weer wordt bereikt. Op dat moment is het mission accomplished en zullen we lange tijd niets meer over de Aziatische archipel horen. Want dan zijn de Filippijnen wel weer even vaak genoeg in het nieuws geweest. De mensen daar kunnen weer decennialang gaarkoken in hun onverminderde armoede.

Ik vond de stilte in Zuid-Afrika rond de tyfoonramp daarom op een gekke, zij het onprettige manier wel verhelderend. Geen schijnheilig medelijden, geen misplaatst gevoel van plotselinge medemenselijkheid, geen haastig weer ingetrokken Facebook-like-acties als het even te duur uitpakte. Slechts de kille, deprimerende constatering dat de wereld voor de meerderheid van de mensen een vrij akelige plek is en dat wij mensen die het wel goed hebben ons vooral druk maken om onze directe buren, eigen familie en goede vrienden. Naar, maar waar.

Vergelijkbare berichten