|

Verkiezingen 2014: geen interesse in ideologie

‘Wat zijn de ideologische verschillen tussen het ANC en de oppositiepartij DA?’ ‘Waar staat de DA precies in het politieke spectrum?’ ‘Hoe links is het ANC?’ Het zijn drie typische vragen die ik van veel mensen buiten Zuid-Afrika krijg. Men wil weten hoe het ANC en de DA (en soms ook nog wat andere, kleine oppositiepartijen) ideologisch van elkaar verschillen.

In Zuid-Afrika stelt bijna niemand zich die vraag. Er is slechts één politieke keuze. En met ideologie (‘een visie op de mens en op de manieren om een samenleving te verbeteren’) heeft die niets te maken. Je bent simpelweg voor of tegen het ANC.

Zuid-Afrikanen praten niet graag over ideologie
De Zuid-Afrikaanse kiezer houdt zich niet graag bezig met ideologie. Ik las laatst het nieuwe boek van filosoof en opinieleider Eusebius McKaiser, Could I vote DA?, en daarin schrijft hij: ‘I love talking about political ideology. But I know that not everyone does.’ Om vervolgens een volledig hoofdstuk te wijden aan het overtuigen van zijn lezers dat ideologie er in de politiek echt wel toe doet.

Dat een Zuid-Afrikaanse kiezer zich niet graag bezighoudt met ideologie, klinkt in Nederlandse oren op zijn zachtst gezegd gek. Want als het debat niet op zijn minst indirect over ideologieverschillen gaat, waarover gaat het dan wel? In Nederland wordt veel gehuicheld (de PVV geeft af op links, maar stemt ondertussen op sociaaleconomische thema’s opvallend vaak mee met de SP bijvoorbeeld), toch zijn Nederlandse politieke partijen uiteindelijk het duidelijkst te verdelen op basis van hun ideologische verschillen.

Weinig debat
In Zuid-Afrika gaat het tijdens de verkiezingscampagne meer om protesteren, het benadrukken van de geschiedenis en aanprijzen van wat je hebt bereikt, dan om debatteren. De DA doet zijn best om via een campagne duidelijk te maken dat ook zij ooit heus heeft bijgedragen aan de strijd tegen apartheid. Het ANC is deze verkiezingen ingegaan met de slogan: ‘Zuid-Afrika is nu een betere plek dan zij vroeger was. Wij hebben een goed verhaal te vertellen’ – je hoort er overigens bijna het vragende ’toch?’ achteraan.

Een televisiedebat tussen Jacob Zuma (ANC) en Helen Zille (DA) gaat er niet komen, vrees ik. Campagnevoeren gebeurt in de wijk, waar je je tegenstander ontwijkt en je jezelf onbeschaamd kunt aanprijzen via mooie beloften die je nooit hoeft te verdedigen of te preciseren. Vandaar dat holle frasen, loze beloften en lege woorden uitzonderlijk populair zijn binnen de Zuid-Afrikaanse politiek.

EFF belangrijke uitzondering
Enige uitzondering is de nieuwe, militante oppositiepartij Econimic Freedom Fighters (EFF) van Julius Malema. Deze partij kwam ruim een half jaar geleden met een duidelijk partijmanifest. Daarin stelt zij met name anti-kapitalistisch en anti-kolonialistisch te zijn. Op deze twee termen baseert zij de rest van het manifest én haar campagne: nationalisatie van praktisch alle economische sectoren, gedwongen landonteigening en blanken als de zondebok.

Ik ben het praktisch nergens eens met het EFF-manifest, maar ik denk dat de partij van grote waarde kan zijn in het agenderen van het belang van ideologie. Op de langere termijn dan. Laat het ANC maar eens kleur bekennen: is zij overwegend links of rechts. En pak de DA eindelijk eens aan op haar zeer marktgerichte denken, haar neoliberale inslag in een economisch al uitzonderlijk ongelijk land. Dat lijkt me zinvoller dan de partij, zoals nu, steeds weer aan te vallen op het feit dat zij overwegend ‘blank’ zou zijn.

Zuid-Afrikanen politici zouden een ideologisch debat met elkaar moeten aangaan. Maar daarvoor komen de verkiezingen dit jaar helaas nog te vroeg.

Vergelijkbare berichten