|

‘Ieder verhaal in Brazilië is waar en onwaar’

Bio: Floor Boon is freelance correspondent in Latijns-Amerika voor onder andere de Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad en ANP. Ze studeerde politieke wetenschappen en Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Op Twitter: @NLFloor.

Waarom koos je voor een correspondentschap in Brazilië?

Overal ter wereld zijn belangrijke en mooie verhalen te vertellen, maar je moet ze wel kunnen verkopen. Brazilië staat te boek als opkomende economie. De (waarschijnlijk) grootste olievelden ter wereld moeten er nog ontgonnen worden en de middenklasse groeide de laatste jaren uit tot meer dan de helft van de bevolking. Brazilië is bombando, booming, en dat toont zich in de volle breedte van de samenleving.

Door het WK Voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016 wendt Nederland – dat vooral naar Europa, de Verenigde Staten en een beetje naar China en het Midden-Oosten kijkt – bovendien het hoofd ietsje meer richting Latijns-Amerika. Er liggen hier dus kansen als journalist.

Maar dat is niet het enige. Latijns-Amerika, het continent van caudillo’s en coups, van economische groeispurten en diepe crises, van culturele hoogstandjes en corrupte regimes, heeft altijd mijn bijzondere interesse gehad. In 2001 en 2002 reisde ik er een half jaar rond. Na Peru, Bolivia en Chili bleef ik vier maanden plakken in Brazilië. Ik was verrukt van het land met zijn woeste natuurlijke schoonheid en vriendelijke volk. Ik leerde er Spaans en Portugees.

Die taal is belangrijk. Je begrijpt meer van een land wanneer je kunt communiceren met de mensen in hun eigen taal. Voor een korte reis overkom je die barrière wel. Voor een langere periode lijkt me dat heel moeilijk.

Al die dingen opgeteld kwam ik uit bij Zuid-Amerika. Daarom besloten we: dit gaat het worden, ook al had mijn vriend nog nooit een stap op het continent gezet. Het allergeweldigste is dat hij is meegegaan.

Wanneer ging je naar Brazilië en hoe lang blijven jullie?

We kwamen aan in november 2011. Het idee was: we gaan een half jaar met de intentie om langer te blijven. Na zes maanden kijken we hoe het ervoor staat.

Mijn freelancepraktijk loopt goed, maar voor mijn vriend is het lastiger. Inhoudelijk interessant werk vinden blijkt niet eenvoudig. We zijn nu de mogelijkheden aan het aftasten, maar ik heb goede hoop dat we ons verblijf nog met ten minste een half jaar kunnen verlengen.

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Brazilië ging wonen?

Aan de hitte. Ik kwam aan in de zomer en december was een vreselijk warme maand. Op Tweede Kerstdag was het de warmste dag sinds 1915. Ik geloof 42 graden met een gevoelstemperatuur van 50 graden. Je kon mijn hersenen zo uitserveren; ze waren helemaal gestoofd.

Wat is het moeilijkste aan werken in Brazilië?

Brazilië is zo groot: ieder verhaal is tegelijkertijd waar en onwaar, maar net vanuit welk perspectief je het bekijkt. Het is belangrijk niet vooringenomen te zijn, goed te luisteren en te kijken wat het verhaal is dat je kunt en wilt vertellen. Vooroordelen zijn gauw gemaakt. Zo staat Brazilië bekend als een land waarin de integratie van verschillende groepen (indianen, Europeanen, Afrikanen) goed is geslaagd. Maar onder de oppervlakte is er veel discriminatie. Brazilianen poetsen dat graag weg, maar het betekent niet dat het niet bestaat.

Op welke productie ben je tot nu het trotst?

Moeilijk, ik ben niet gauw trots op mijn werk. Laatst zei iemand: “Het hoeft geen proefschrift te worden.” Maar zo voelt het bij ieder stuk wel. Het moet goed geïnformeerd zijn, feitelijk juist, analytisch navolgbaar en ook nog mooi opgeschreven.

De verhalen die ik voor, tijdens en na de brand in een discotheek in het zuiden van Brazilië kon maken, zijn wel goed geslaagd. Al was de aanleiding vreselijk: 241 jonge mensen kwamen om bij een brand in een nachtclub.

Voor wie werk je allemaal? Doe je er ook niet-journalistiek werk naast?

Ik werk voor het ANP, voor Het Parool en de laatste tijd vooral voor NRC Handelsblad. Voordat ik vertrok werkte ik ook voor Ode en de Groene Amsterdammer. Het is er nog niet van gekomen hier ook voor hun verhalen te maken. Maar dat komt wel, ik heb nog een stapeltje mooie ideeën liggen.

Op dit moment doe ik alleen journalistiek werk. Mocht zich iets aandienen dat interessant is, goed betaalt en niet bijt met mijn werk als journalist, sta ik daar wel open voor.

Welk verhaal wil je vertellen tijdens je correspondentschap?
Floor Boon

Ik wil niet één verhaal vertellen. Dit land is groter dan Europa. In het zuiden waan je je in Duitsland, in het noorden in Afrika. De diversiteit is enorm. Toch is het land al ruim tien jaar bezig met een stevige opmars. Dat is bijzonder om te zien. Ik wil die ontwikkeling graag beschrijven, met alle mooie en lelijke kanten.Wat betekent stevige economische ontwikkeling voor een land dat altijd als onderontwikkeld te boek stond? En welke invloed heeft het verleden van een land dat nog niet zo lang geleden geregeerd werd door een militaire dictatuur op de huidige politiek? Het zijn grote vragen, de kunst is ze te vertellen aan de hand van kleine, menselijke verhalen.

Dit continent heeft een turbulent verleden en die sporen zijn nog goed zichtbaar. Niet in eerste oogopslag, maar het blijkt ook nooit ver weg. Dat verleden verbinden met de actualiteit vind ik een van de grootste uitdagingen. Als ik daarin slaag, bij welk onderwerp dan ook, is dat het verhaal dat ik graag wil vertellen.

Hoeveel uur besteed je per dag aan je journalistieke werkzaamheden en wat is de verhouding bureau- en veldwerk?

De ene dag vier uur, de andere veertien. Het hangt er maar net vanaf of ik middenin een onderwerp zit of een deadline heb. Ik ben niet zo goed in voortijdig stoppen. Als de deadline om 3 uur ’s nachts is, werk ik tot dat moment door.

Ik probeer zo veel mogelijk op pad te gaan en de mensen die ik spreek ook persoonlijk te zien. Afstand belet dat vaak: ik bel ook naar mensen in steden die tweeduizend kilometer verderop liggen. Daarom zit ik ook veel aan mijn bureau. De verhouding zal zo’n 60-40 zijn, waarvan 40 in het veld.

Op welke manier gebruik jij social media en waarom?

Ik gebruik sociale media vooral om mezelf te informeren. Niet om te zenden. Dat geldt met name voor twitter, een heel handig medium als journalist. Aan de andere kant: zelf twitteren kan me ook informatie opleveren, denk ik steeds vaker. Misschien begin ik er wel mee.

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

Gaan! Liever vandaag dan morgen. Met goede voorbereiding weliswaar en het liefste naar een plek waar je de taal spreekt. Maar ook in China zitten veel correspondenten die denk ik niet allemaal vloeiend Chinees spreken.

Wacht niet tot je een baan wordt aangeboden, die luxe is voor niet veel mensen weggelegd. Als je het wilt, is het land waar je naar toe wilt de beste plek om te laten zien wat je kunt. Je moet wel flexibel zijn in een nieuwe omgeving waar dingen anders werken dan in Nederland en het gaat met vallen en opstaan. Kun je dat doorstaan, krijg je er ook veel voor terug. Heb je dus zin in avontuur, boek een ticket en ga.

 

Lees ook in de serie De (jonge) correspondent:

Aflevering 1: Fleur de Weerd in de Oekraïne
Aflevering 2: Wies Ubags in Colombia
Aflevering 3: Leonie van Nierop in Israël en de Palestijnse gebieden 
Aflevering 4: Alex Hijmans in Brazilië
Aflevering 5: Pieter Van Maele in Suriname
Aflevering 6: Niels Kraaier in Australië 
Aflevering 7: Harald Doornbos in het Midden-Oosten
Aflevering 8: Guus Valk in Washington
Aflevering 9: Geert Jan Hahn in Kiev
Aflevering 10: Stéphane Alonso in Warschau
Aflevering 11: Mark Schenkel in Oeganda
Aflevering 12: Olivier van Beemen in Parijs
Aflevering 13: Peter Scheffer in Buenos Aires
Aflevering 14: Dirk Wanrooij in Cairo
Aflevering 15: Titia Ketelaar in Londen
Aflevering 16: Eduard Padberg in Cairo
Aflevering 17: Fernande van Tets in Beiroet
Aflevering 18: Arne Doornebal in Oeganda
Aflevering 19: Henk Hirs in Boedapest
Aflevering 20: Jan Franke in Tel Aviv
Aflevering 21: Chantal Groothengel in Los Angeles
Aflevering 22: Michiel Philippart in Londen
Aflevering 23: Olaf Koens in Moskou
Aflevering 24: Thalia Verkade in Moskou
Aflevering 25: Miriam Mannak in Kaapstad
Aflevering 26: Eveline Bijlsma in Parijs
Aflevering 27: Jan Eikelboom 
Aflevering 28: Windy Kester in Oslo
Aflevering 29: Dirk Vandenberghe in Parijs
Aflevering 30: Mitra Nazar in Belgrado
Aflevering 31: Arjan Meesterburrie in Cuenca
Aflevering 32: Fréderike Geerdink in Turkije
Aflevering 33: Jan-Albert Hootsen in Mexico
Aflevering 34: Elske Schouten in Indonesië
Aflevering 35: Reinout van Wagtendonk in Austin
Aflevering 36: Marc Guillet in Istanbul
Aflevering 37: Meike Wijers in Londen

Vergelijkbare berichten