Het Ecuadoriaanse paspoort van Arjan Meesterburrie. Foto Arjan Meesterburrie
|

Ich bin ein Cuencano!

“Uw paspoort, alstublieft”, vraagt de politieman bits aan me bij de identiteitscontrole van alle buspassagiers. “Maar ik heb u net mijn Ecuadoraanse ID gegeven, mijn cédula”, zeg ik zo vriendelijk mogelijk, want de meeste agenten hier houden niet zo van tegenspraak. Toch is het tonen van mijn cédula als ‘buitenlander’ kennelijk niet voldoende, want hij vraagt lichtelijk geïrriteerd: ”Ja, maar waar komt u vandaan?”

Geheel naar waarheid antwoord ik dat ik uit Cuenca kom. “Ja, maar uit welk land komt u?”, klinkt het nog iets geïrriteerder. Nadat ik antwoord dat ik oorspronkelijk uit Nederland kom, wijs ik hem voor de zekerheid maar even op “NACIONALIDAD: ECUATORIANA” op mijn cédula.

Zonder verder nog iets te zeggen of te vragen naar mijn paspoort, geeft hij mijn ID-kaart terug. Kennelijk vol verbazing dat zo’n donkerblonde westerling Ecuadoraan kan zijn. Ik voel geen behoefte hem uit te leggen dat ik zowel de Nederlandse als de Ecuadoraanse nationaliteit heb, want ik heb geen hoge pet op van de intelligentie van deze dienaar van de wet.

Ook ongeloof bij de bank
Het was niet de eerste keer dat ik vol ongeloof bejegend werd over mijn Ecuadoraanse nationaliteit. Ook bij de bank ontspon zich twee weken geleden een verwarrende dialoog, toen ik samen met mijn vrouw kwam regelen dat haar bankrekening onze gezamenlijke rekening werd.

– Goedemiddag, wij komen mijn man bijschrijven als mede-rekeninghouder, hier zijn alle benodigde papieren.
– Sorry, maar dat gaat helaas niet lukken.
– Waarom niet? Wij zijn getrouwd en willen graag een gezamenlijke rekening.
– Als buitenlander kun je hier niet zomaar een rekening hebben, het spijt me.

Ook nu moest ik expliciet op mijn Ecuadoraanse ID-kaart wijzen. Pas na drie keer goed kijken en diep met de wenkbrauwen fronsen, mompelde de vriendelijke bankmevrouw iets over excuses en hielp ze ons enigszins nerveus giechelend verder.

Nog meer verbazing
Bij de Spaanse taalschool waar ik onlangs informeerde naar lessen om mijn niveau verder op te krikken, kreeg ik de vraag hoe lang ik in Cuenca zou blijven. Ik herhaalde nog eens dat ik hier woonde, maar het kwartje viel nog steeds niet.

“Maar hoe lang blijf je hier wonen?”, drong de baliemedewerkster aan. Lichtelijk filosofisch antwoordde ik dat niemand weet wat de toekomst voor ons in petto heeft, maar dat het voorlopig voor altijd is.

Cuencaans huis met tuin. Foto Arjan Meesterburrie
Cuencaans huis met tuin. Foto Arjan Meesterburrie

Best place in the world to retire
Drie keer ongeloof en dat in een stad waar het vanwege het milde klimaat, de vriendelijke mensen, de relatief lage kosten en de prachtige natuur meer dan aangenaam wonen is.

Dat weten ook de duizenden Amerikaanse pensionado’s die zich hier vestigen, mede omdat Cuenca in een toonaangevend ouderentijdschrift al vier keer achter elkaar is uitgeroepen tot ‘Best place in the world to retire.’

Maar die Amerikanen en ook vrijwel alle buitenlandse kennissen van mijn generatie verblijven hier op een visum en vragen niet de Ecuadoraanse nationaliteit aan. Daarom zal ik nog wel vaker meemaken dat het even duurt totdat doordringt dat ik toch echt ook een lamaneuker, salsadanser en caviavreter ben.

Ich bin ein Cuencano!
Ik heb nog even overwogen om een toespraak te houden waarin ik uitschreeuw: “Ich bin ein Cuencano!” Maar ze spreken hier geen woord Duits, dus dan gelooft helemaal niemand meer dat ik Ecuadoraan ben.

Voorlopig moet ik de Ecuadoraanse versie van ‘Ausweis bitte’ dus maar gewoon met een grote glimlach ondergaan.

Dit verhaal werd eerder geplaatst op het blog van Arjan Meesterburrie. Hij is correspondent in Ecuador voor onder andere BNR. Op Twitter is hij: @Meesterburrie

Vergelijkbare berichten