Erdal Balci op de pont over de Bosporus. November 2007. Foto: Leonie Balci-Kant
|

‘Praat mensen naar de mond als je informatie wilt’

Bio: Erdal Balci (1969) is Turkije-correspondent voor Trouw en de Groene Amsterdammer. Hij schreef meerdere boeken over Turkije, waaronder De Mooiste Leugen. Lees meer over zijn werk op zijn site. Op Twitter: @ErdalBalci9.

Je bent geboren in Turkije en woonde daar ook eerste jaren van je leven. In hoeverre voel jij je eigenlijk een correspondent?

Natuurlijk ben ik een correspondent omdat ik vanuit Turkije bericht. Mijn werk verschilt niet van dat van de andere Nederlandse correspondenten. Maar ik ben ook een echte insider. Ik heb een groot voordeel ten opzichte van de anderen: ik beheers de taal veel beter en ik ken de cultuur van binnenuit.

Ken je de Turkse cultuur voor je lezerspubliek misschien te goed?

De eerste jaren heb ik daar weleens wat van gehoord, dat men zei ‘dit is voor de Nederlandse lezer te moeilijk’. Ik heb moeten leren simpeler te schrijven en om alles uit te leggen. Daar ben ik nu wel aan gewend.

Het grote voordeel is wel dat ik – vooral in de grotere verhalen – een uniek inzicht in de maatschappij kan bieden die andere correspondenten niet kunnen bieden. Ik kan als een vriend, familielid of als gewone Turk tegen de mensen hier praten en dat levert best leuke dingen op.

Krijg je bij je opdrachtgevers veel ruimte voor die grote verdiepende verhalen?

Ja, ik bof wat dat betreft wel. Trouw heeft De Verdieping; daar kan ik me uitleven.

Ook De Groene is een perfect medium voor grote verhalen. Laatst schreef ik daarvoor over een Turkse verloving en hoe die symbool stond voor Turkije zelf. Waar de maatschappij naartoe gaat. In dat stuk plaatste ik de verhouding tussen de vader, zijn dochter en de man die om haar hand vroeg in het kader van het huidige regeringsbeleid en of dat kans van slagen heeft. Premier Erdogan wil dat iedere vrouw minstens drie kinderen krijgt. Maar als je zo’n verloving – die botsing van de generaties – meemaakt, kun je niet anders concluderen dan dat de plannen van de premier geen kans van slagen hebben.

Zie jij jezelf meer als een schrijver of als een journalist?

Ik probeer de laatste jaren journalistiek en literatuur te combineren. Dat is supermoeilijk. Ik houd van journalistiek en ik houd ook van literatuur, beide zijn even belangrijk voor mij.

Wat ik ben, verschilt per artikel. Ik moet elke keer van houding veranderen. De ene keer ben ik een doorgeefluik en moet ik oppassen dat ik mijn eigen mening er niet in stop. De andere keer moet ik er mijn hele ziel in stoppen. Ik leid wel een dubbel leven wat dat betreft.

Wil je tijdens je correspondent een bepaald verhaal vertellen over Turkije?

Toen ik hier kwam in 1998 was Turkije een halve militaire staat. Er had ook net een mislukte staatsgreep plaatsgevonden. Ik zei toen voor de grap dat ik Turkije naar de democratie ging schrijven. Ik heb dat proces ook echt meegemaakt, dat de invloed van het leger afnam en dat het parlement het voor het zeggen kreeg. Dat was onvoorstelbaar toen ik hier aankwam. Maar het is wel gebeurd. Ik denk dat ik hierna Turkije naar de EU schrijf. Dat is misschien even onvoorstelbaar, maar wie weet [lacht].

Op welke productie ben je het trotst?

Ik ben natuurlijk trots op mijn boeken. Vooral mijn laatste boek De mooiste Leugen. Maar ik ben niet alleen trots op mijn boeken. Begin dit jaar schreef ik in Trouw over hoe Turkije Turkse kinderen bij christelijke en homoseksuele pleegouders wilde terughalen uit Nederland. Dat deed veel stof opwaaien. Daar ben ik trots op. Ik schreef als eerste over de kwestie en dat leidde uiteindelijk tot Kamervragen. Het journalistieke beest in mij vond het cool dat anderen kranten het met bronvermelding overnamen.

Waarom heb je in 2006 je standplaats Ankara verruild voor Istanbul?

Ik woonde in Ankara omdat ik getrouwd was met een Turkse advocate die daar niet weg kon. Daarom bleef ik ook. Na mijn scheiding ging ik weg uit Ankara.

Ik denk dat een Turkije-correspondent ook wel in Istanbul moet wonen. In Ankara zit dan wel het parlement, maar een belletje naar een parlementariër is meestal al genoeg. Istanbul is de echte weerspiegeling van Turkije. Je hebt hier alles: een miljoen Koerden, Armeniërs, Joden, rijken, armen. De hele dynamiek van Turijke zie je hier terug.

Hoe verschilt het werk wat je hier doet, met wat je in Nederland deed voor je correspondentschap??

In Nederland kwam ik niet verder dan het schrijven van allochtonenstukjes. Ik werd daar in een hoekje gedrukt. Na een aantal jaren merkte ik dat het niet mijn ding was. Toen ik vanuit Turkije een aantal stukken maakte, vroeg ik aan Trouw: ‘Hoe vinden jullie het om iemand in Turkije te hebben?’ Het was een openbaring voor mij om van allochtonenstukjes naar een artikel over de arrestatie van Ocalan te gaan. Toen kreeg ik het gevoel dat ik een echte journalist was.

Schrijf je ook stukken voor anderstalige media?

Nee, daar is mijn Engels niet goed genoeg voor. In het Turks schrijven zou ik wel kunnen, maar dat doe ik niet. Het begrip freelancen kennen ze in Turkije niet. De kranten hebben hier altijd vaste mensen in dienst. Ik kan wel een ingezonden brief insturen, maar ik ben te druk met mijn boeken en de Nederlandse media. Later wil ik misschien mijn boeken zelf vertalen naar het Turks.

Heb je een gouden tip voor journalisten die in Turkije correspondent willen worden?

Praat mensen naar de mond als je aan informatie wilt komen. Dan beschouwen ze je als medestander en laten ze het achterste van de tong zien. Je moet niet bij een Grijze Wolf-aanhanger gaan roepen dat je ‘ook een nationalist’ bent en dat de ‘PKK afgemaakt moet worden’. Nee. Maar wel subtiele uitspraken doen als ‘dat kan toch niet’ of ‘het gaat toch te ver’.

In 2004 werden Nederlandse toeristen verkracht en vermoord in Antalya. Ik belde toen met een legerofficier voor informatie. Legermensen mogen nooit praten met de pers. Maar vroeg ik gewoon door zo van: ‘je hebt ook een zware baan enzo’. Na een half uur bellen had hij mij alles verteld.

Heb je ook een algemene tip voor mensen die correspondent willen worden?

Diep graven. Je tijd nemen. Als je dat doet krijg je de mooiste verhalen.

Vergelijkbare berichten