Nieuws genoeg in Zuidoost-Azië

In 2012 verruilde freelance journalist Ate Hoekstra Friesland voor Cambodja. Vanuit zijn standplaats Phnom Penh volgt hij ook de ontwikkelingen in Thailand, Birma, Vietnam en Laos. 
Hij schrijft voor onder meer Trouw, De Persdienst en de Belgische zakenkrant De Tijd.


Hoe ben je in Zuidoost-Azië terecht gekomen?

Ik heb in 2009 stage gelopen in Shanghai en daarna nog een tijdje door China gereisd. Ook na die tijd heb ik nog een aantal reizen door Azië gemaakt. Op een gegeven moment zag het ernaar uit dat ik geen werk meer zou hebben in Nederland. Toen dacht ik: misschien moet ik het dan maar in Azië proberen.

Wat spreek je zo aan in deze regio?

Het zijn landen die een enorme ontwikkeling doormaken. Zeker als je kijkt naar Cambodja, en Birma, landen die een vrij recent oorlogsverleden hebben. Dat maakt het heel boeiend: je hebt een jonge bevolking die graag vooruit wil, de economie groeit enorm, en tegelijkertijd is er die gruwelijke geschiedenis. Dat botst. Ze proberen een democratie te vestigen, maar het gaat heel moeizaam.

Heb je het gevoel dat jij als journalist beperkt wordt in je vrijheid?

Hier in Cambodja valt het mee, maar in Vietnam is het een stuk lastiger. In Birma is het nu wel makkelijker dan het eerst was, maar ik merk nog steeds dat mensen erg terughoudend zijn. Daarom werk ik bij een verhaal over een gevoelig onderwerp altijd samen met een lokale fixer. Het winnen van vertrouwen kost veel tijd, maar het hoort erbij. Wat je je wel altijd moet realiseren is dat de mensen met wie ik samenwerk of die ik spreek hier altijd meer risico lopen dan ik als westerse journalist.

Hoe is de aandacht vanuit Nederland voor verhalen uit jouw regio?

Het is geen gebied dat veel in de spotlights staat. Maar de verhalen zijn er wel degelijk! Dat is eigenlijk zelfs een van de redenen dat ik naar Cambodja ben gegaan: er zat nog niemand, terwijl er ontzettend veel gaande is.

Ik probeer altijd verhalen te vinden die uniek zijn, en die de Nederlander aanspreken. Verhalen over de problemen in de textielindustrie hier in Cambodja slaan bijvoorbeeld aan. Enerzijds door de ramp in de kledingfabriek in Bangladesh, anderzijds ook doordat we allemaal wel kleding kopen die hier wordt gemaakt.

Welk verhaal zou je graag nog willen maken?

Er zijn twee verhalen die ik zeker nog wil doen. Ik ben benieuwd wat er volgend jaar in Birma gebeurt als daar verkiezingen zijn. En ik ben ontzettend benieuwd wat er in Thailand gaat gebeuren bij het overlijden van de koning. Ik was er ook bij toen de koning van Cambodja overleed. Voor veel Nederlanders was hij onbekend, maar in Cambodja werd hij bijna gezien als een halfgod. Voor mij was dat heel apart: die gebeurtenis was hier zo ontzettend belangrijk, massa’s mensen gingen de straat op om te rouwen. En vanuit redacties in Nederland waren de reacties een beetje van: “Tsja, de koning van Cambodja…” Maar uiteindelijk heb ik wel een aantal verhalen kunnen doen. Dat was zo uniek. En in Thailand wordt het waarschijnlijk allemaal nog veel gekker.

Op welk verhaal ben je het meest trots?

Dat is een moeilijke, er zijn zoveel verhalen. Ik ben er met name trots op dat ik bij bepaalde gebeurtenissen aanwezig was, zoals de stakingen in Phnom Penh begin dit jaar. Dat werd op een gegeven moment vrij gewelddadig. Dan maak je de keuze: ga ik daar wel of niet naartoe? Ik wist dat het gevaarlijk kon zijn, maar ben toch gegaan. Achteraf ben ik daar blij om: het laat heel goed zien wat er hier gebeurt, en dat is precies waarom ik hier ben.

Zie je jouw correspondentschap als een missie?

Missie is wel een heel groot woord, ik zie het vooral als een kans om verhalen te vertellen die anders onverteld blijven. Ik vind het absoluut belangrijk dat de wereld weet wat zich hier afspeelt, maar ik geloof niet dat mijn verhalen de wereld gaan veranderen.

Heb je het gevoel dat het correspondentschap aan het veranderen is?

Lastige vraag. Ik zit natuurlijk nog maar twee jaar in het vak en werk vanaf het begin freelance. Ik merk wel dat er veel gaande is. Budgetten en redacties worden kleiner, de tijd van de vaste contracten is voorbij. Ik streef er wel naar fulltime journalist te zijn. Als je naast je correspondentschap nog twee avonden in de week achter de bar moet staan, gaat dat je beperken in je vrijheid.

Ik heb er wel bewust voor gekozen niet alleen Cambodja te doen, maar ook de landen eromheen. Ondanks het feit dat het leven hier relatief goedkoop is, wordt het anders het wel erg lastig om brood op de plank te krijgen. Cambodja is denk ik ook te klein om als enige land te doen.

Sommige correspondenten doen in hun eentje heel Zuidoost-Azië. Heb je het gevoel dat het mogelijk is om goed verslag te doen van zo’n enorme regio?

Het lijkt mij lastig. Uiteindelijk is het nog altijd beter dan bij iedere ramp een journalist invliegen vanuit Amsterdam. Maar ik denk dat je je als correspondent op die manier toch vooral concentreert op de grote gebeurtenissen of blijft hangen bij wat er in jouw eigen land gebeurt. Kleinere verhalen blijven daardoor liggen.

Heb je een gouden tip voor aanstormende correspondenten?

Zoek een samenwerking met lokale journalisten en fotografen. Als correspondent is het aantrekkelijk om alles alleen te gaan doen, maar een samenwerking met een lokale fotograaf kan veel meerwaarde opleveren.

Ate Hoekstra is te volgen via zijn website www.atehoekstra.com. Hij twittert over zijn standplaats en de landen daaromheen op twitter: @HoekstraAte

Vergelijkbare berichten