|

‘Ik vind het niet erg Mrs. Light Entertainment genoemd te worden’

Bio: Lia van Bekhoven (1953) werd geboren in Oosterhout, en volgde de School voor de Journalistiek (Utrecht). Sinds 1979 is ze correspondent in Londen. In het begin voor o.a. GPD-bladen, Vrij Nederland, IKON, VPRO en Vara. Later kwamen daar de Wereldomroep, VRT en NOS bij.  Ze heeft inmiddels veel bladen en praktisch alle omroepen wel eens van bijdragen voorzien. Haar huidige vaste opdrachtgevers zijn BNR Nieuwsradio, Nieuwsuur, VRT en Elsevier. Twitteren doet ze via @liavanbekhoven. Daarnaast heeft ze een website en een blog.

Waarom koos je voor het correspondentschap en waarom in het Verenigd Koninkrijk?

Het was eigenlijk toeval. Ik koos niet bewust voor het correspondentschap of voor Londen. Tenminste niet in eerste instantie. Ik was na de School voor de Journalistiek aan een Brit blijven hangen en daarom werd Londen een optie. De BBC, ik had in Nederland tv-journalistiek gedaan, zat echter niet op mij te wachten. Het alternatief was om als correspondent voor Nederlandse pers en media aan het werk proberen te komen.

Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

Mijn werk is gedaan als mijn afnemers vinden dat ze het Verenigd Koninkrijk en de Britten beter begrijpen. Ik heb geen boodschap. Ik beoog te informeren. En dat zo onbevooroordeeld mogelijk. Dat kan alleen als je als correspondent buitenstaander kan blijven. Ik ben dan ook geen Anglofiel. Daarvoor irriteert dit land me te veel. Om gehoord te worden moet je ook weten hoe je je verhaal vorm geeft. Wat betekent, in mijn geval, is dat ik een luchtige toon niet uit de weg ga. Het Verenigd Koninkrijk leent zich daar goed voor. Je verslaat de geboorte van een koninklijke baby op een hele andere manier dan de verwoesting van, pakweg, Aleppo. Dat ik daarom ‘Mrs. Light Entertainment’ genoemd word, vind ik niet erg.

Waar moest je het meest aan wennen?

Aan de smerigheid, onverschilligheid, chaos, gedateerdheid. Toen ik eind jaren zeventig in Londen ging wonen zag de stad eruit zoals ik me Nederland voorstelde net na de Tweede Wereldoorlog. Grauw, deprimerend en met hier en daar een bomkrater. ‘Als het in New York 12.30 uur is, is het in Londen 1952’, zei Bette Midler ooit. Nederland was daarmee vergeleken zo relaxed, progressief en modern.

Wat is het moeilijkst aan werken in je land?

Dat je door de politiek en een groot deel van het bedrijfsleven wordt beschouwd als niet relevant. Het is een heel karwei om mensen voor de microfoon te krijgen. Voor Dutch television gaan nou eenmaal geen deuren open. Ik ben door de woordvoerder van Tony Blair (toen nog premier) wel eens uitgemaakt voor NVTV (No Votes TeleVision): aan ons, Nederlandse media, is geen stem te behalen. Dus: oprotten.

Op welke productie ben je het trotst?

Geen idee. Maar de periode waar ik met de meeste voldoening op terugkijk is de zomer van 1997. Labour had eindelijk de verkiezingen gewonnen en er hing, bijna tastbaar, een sfeer van verandering. Kort daarna overleed op de meest dramatische wijze de People’s Princess (Diana Spencer, red.). En dit keer was er geen media die de meute voedde, zoals bij de geboorte van prins George vorige maand, maar het volk dat spontaan te hoop liep bij de paleispoorten en even, heel even, dreigde met een lichte revolutie. En al die emotie! Een week lang liepen de onderdanen te snotteren. Die reactie was massaal, onverwacht en niet geregisseerd. Kortom: de beste voorwaarden voor het maken van verhalen/reportages.

Voor wie werk je allemaal?

Mijn vaste opdrachtgevers zijn BNR, VRT (radio, tv en online) en Elsevier. Daarnaast werk ik voor Blauw Bloed (EO), MAX, Nieuwsuur en word ik regelmatig gevraagd voor columns en bijdragen voor diverse bladen en omroepen. Het enige niet-journalistieke werk dat ik doe is het geven van after dinner speeches aan Nederlandse organisaties die op werkbezoek zijn in Londen. En omdat ik een boekje schreef over wandelingen door Londen, geef ik wel eens rondleidingen door de stad.

Hoeveel tijd besteed je aan je werk?

Als het erg rustig is, 40 uur per week. Is het druk dan twee keer zoveel. De verhouding bureau-veldwerk is ongeveer 65 om 35 procent.

Hoe maak je gebruik van social media?

Ik blog te weinig en twitter te veel. Waarom: omdat je als journalist niet enkel de boodschapper meer bent, maar een merk. Je moet je van een persoonlijke(r) kant laten zien, reageren op reacties van je publiek, communiceren dus. Het is geen eenrichtingverkeer meer en dat vind ik prima. Soms zelfs stimulerend!

Heb je een gouden tip voor beginnende correspondenten?

Gewoon proberen!

Vergelijkbare berichten