‘Ik ben als een kameleon, heel makkelijk in een nieuwe omgeving’
Elke week praat De Buitenlandredactie met een correspondent over zijn of haar werk. Wat trok hen om buiten de Nederlandse grenzen te gaan werken en welke tips geven ze aan vakgenoten die hetzelfde ambiëren? Deze week Mitra Nazar.
Bio: Mitra Nazar (1980) is freelance correspondent in Zuidoost-Europa. Voordat ze zich afgelopen zomer in Belgrado, de hoofdstad van Servië, vestigde was ze freelance (reis-)correspondent. Op Twitter: @Mitrala
Hoe (en wanneer) ben je correspondent geworden?
“Ik heb mijn spullen gepakt, mijn appartement in Utrecht aan een onderhuurder toevertrouwd, afscheid genomen van mijn vaste werkgevers in Nederland en ben op het vliegtuig gestapt. Klinkt simpel, dat is het ook. Er is natuurlijk wel het een en ander aan vooraf gegaan. Ik was – bewust of onbewust – al jaren toe aan het werken naar een move naar het buitenland.”
“Ik maakte zeker twee keer per jaar een werkreis naar het buitenland. Verhalen die ik onderweg maakte verkocht ik aan diverse media en met de inkomsten kon ik meestal precies de reis bekostigen. Die reizen gingen vrijwel altijd naar landen ten oosten van de Berlijnse Muur: Polen, Oekraïne, Wit-Rusland, Rusland, de Kaukasus en een uitstapje naar Japan. Maar de meeste werkreizen gingen naar het gebied waar ik nu woon en werk; voormalig Joegoslavië and beyond. Ik ben op 1 september 2012 begonnen.”
Waarom Belgrado?
“Belgrado is in de geschiedenis altijd van strategisch belang geweest. De Romeinen, de Slaven, de Byzantijnen, de Ottomanen, de Habsburgers, allemaal stormden ze er doorheen. Het is de stad die in haar bestaan maar liefst 44 keer compleet is vernietigd en wederopgebouwd en waar 115 oorlogen hebben gewoed.”
“Belgrado was de hoofdstad van Joegoslavië. Het is de stad van waaruit Tito zijn deelrepublieken bestuurde, niet wetende (of misschien wel) dat die elkaar een decennium na zijn dood de hersens in zouden slaan. Als je vanaf het oude fort Kalemegdan (wiki) naar beneden kijkt zie je de rivieren Sava en Donau elkaar ontmoeten. Een vriend van me vertelde ooit dat hij het de mooiste uiting van liefde in tijden van oorlog vindt. Zo mooi.”
“Belgrado is ook voor mij als journalist een strategische plek. Vanuit Belgrado ben ik binnen een paar uur in Bosnië, Kroatië, Macedonië, Bulgarije of Roemenië. Het is een standplaats. Ik probeer zo veel mogelijk te reizen. Bovendien was ik inmiddels zo vaak in Belgrado geweest, dat ik er al een klein netwerk en wat vrienden had. Ook handig.”
Hoe lang denk je daar nog te blijven?
“Een herkenbare vraag van het thuisfront. Maar het antwoord is steeds: daar kan ik nog niks over zeggen. Toen ik vertrok was het ‘in principe’ voor zes maanden. Maar dat was vooral om mezelf in te dekken, denk ik. Ik zit nu bijna zes maanden hier en pieker er nog niet over om terug naar Nederland te gaan. Ik ben pas net begonnen en merk dat het veel tijd kost om een correspondententoko op te bouwen. Bovendien vind ik dat ik de taal moet leren, en ook dat kost tijd. Veel tijd. Mijn lijstje met verhalen die ik wil maken wordt alleen maar langer. Ik heb nog veel te doen hier. Het hangt er eigenlijk alleen vanaf of ik genoeg kan werken om een schrale boterham te verdienen.”
Wat deed je voor het correspondentschap?
“Ik ben in de journalistiek begonnen als redacteur bij NU.nl. Daarna kwam ik bij de Wereldomroep terecht, waar ik een paar jaar voor het radioprogramma UruzganFM werkte, een programma over de Nederlandse missie in Afghanistan. Toen de Missie Uruzgan afliep stopte ook het programma. Ik ben freelance reportages uit het buitenland blijven maken voor de Wereldomroep. Ik werkte de laatste jaren ook veel als freelance radioverslaggever bij RTV Utrecht en als redacteur bij de VARA, NCRV en de NOS Met het Oog op Morgen. Omdat ik overal freelancer was, kon ik gemakkelijk een paar keer per jaar naar het buitenland om verhalen te maken voor verschillende kranten en bladen.”
Welke verhalen wil jij als correspondent vertellen?
“Veel mensen vragen me: wat moet je nog op de Balkan? De oorlog is toch allang voorbij? Ja, qua nieuws is het hoogtepunt geweest. Toen de oorlog hier uitbrak zat ik in de brugklas. Maar het einde van de oorlog betekent niet dat er geen conflict meer is. Er wordt niet meer geschoten, maar etnische spanningen zijn er nog steeds. Bosnië is een kruitvat, om nog niet te spreken over Kosovo. Veel verhalen die ik vertel gaan zijdelings stiekem altijd nog over het conflict, over verschillende etnische groepen die nog steeds maar moeizaam samenleven.”
“Ik wil vertellen hoe de oorlog van de jaren negentig zijn sporen heeft nagelaten, dat het conflict in veel opzichten niet is opgelost en hoe dat invloed heeft op de ontwikkeling, of stagnering, van deze ‘nieuwe’ landen.”
“Ik wil graag laten zien dat het leven hier ook doorgaat. Dat burgers met dezelfde issues worstelen als wij in West-Europa. Het is hier alleen altijd een tikkeltje erger. Wij maken ons druk om pensioenen, de zorg of werkeloosheid. Hier moet je artsen omkopen om goede zorg te krijgen en als je een baan wil moet je uit de juiste familie komen of lid worden van een politieke partij. Eerlijk is eerlijk: het is in veel opzichten nog een behoorlijke puinhoop. Genoeg om over te schrijven dus.”
Waar moest je het meest aan wennen toen je in Belgrado ging wonen?
Weinig. Ik kende de stad al aardig, de regio ook. Ik ben als een kameleon, settel me heel makkelijk in een nieuwe omgeving.
Wat is het moeilijkste aan werken in de Balkan?
“Waarheidsvinding. Dat geldt denk ik voor alle (post-)conflictregio’s. Het idee dat geschiedenis een verzameling geschreven feitelijkheden is gaat hier niet op. Iedereen heeft zo zijn eigen versie van de geschiedenis. Je moet je dus altijd realiseren met wie je praat en wat zijn of haar achtergrond is.”
“Op sommige plekken en in sommige situaties kan ik bovendien beter niet vertellen dat ik uit Nederland kom.Toen Radovan Karadzic (wiki) werd gearresteerd ging ik naar een extreem nationalistisch café waar foto’s van Karadzic, Mladic en Milosevic boven de bar hangen. Ik vertelde een vrouw die er zat dat ik een Nederlandse journalist was. Ze wilde niet met me praten. Toen ik bij de volgende stamgast zei dat ik uit Luxemburg kwam was het geen probleem. Nederland is het Westen en bovendien het land van het Joegoslavië-tribunaal, waar hun helden geen eerlijk proces krijgen. Ook heb ik al een aantal keer de schuld van de bombardementen, van de NAVO op Belgrado in 1999 (wiki), in de schoenen geschoven gekregen. Het went, maar maakt het werk niet altijd makkelijk.”
“Ik moet mezelf hier vaak verdedigen, uitleggen dat ik probeer objectief verslag te doen en niet alle Serviërs wil afschilderen als oorlogsmisdadigers. Mensen vragen me ook vaak wat ik ervan vind, welke kant ik kies. Of ik voor de Serviërs of Albanezen ben in het Kosovoconflict bijvoorbeeld. Daar moet je erg mee oppassen. Ik leg altijd uit dat ik in principe geen mening heb, ik ben een objectieve buitenstaander die alle kanten van het verhaal opschrijft. Alles ligt hier gevoelig.”
Op welke productie ben je tot nu toe het meest trots?
“Ik ben net begonnen, dus dat vind ik een lastige vraag. Als ik toch iets moet noemen is het mijn serie over vrouwenhandel in Bulgarije. Bulgarije staat in de Europese top als het gaat om het uitbuiten en ronselen van vrouwen voor Nederlandse hoerenbuurten. Het is een verhaal dat ik al langer heel graag wilde maken omdat ik vind dat we ons in Nederland moeten realiseren wat er achter de schermen van de rosse buurten schuilgaat. De verschrikkelijke dingen die in landen als Bulgarije gebeuren zijn ook onze verantwoordelijkheid.”
Wie zijn je opdrachtgevers? Doe je er ook niet-journalistiek werk naast?
“Mijn belangrijkste opdrachtgevers zijn Het Parool en KRO-radio. Voor hen kan ik met enige regelmaat werken. Daarnaast heb ik ook in Metro, het AD, Nieuwe Revu en OneWorld gepubliceerd en doe ik zo nu en dan iets voor BNN. Het is mijn doel om volledig van de journalistiek te leven. Baantjes ernaast tegen een lokaal salaris zouden sowieso weinig opleveren. Bovendien vind ik dat je je als correspondent volledig op het nieuws moet kunnen richten. Als morgen de pleuris uitbreekt in Kosovo moet ik meteen kunnen vertrekken. Dat kan niet altijd als je er een baantje naast hebt. Ik ben hier gekomen om als journalist te werken. Alles of niets.”
Hoe onderscheid je jezelf van andere correspondenten in Zuidoost-Europa?
“Als beginnend correspondent en een van de drie hier in de regio, moet ik extra mijn best doen me te onderscheiden. Ik focus me op de achtergrondverhalen en reportages en minder op het harde nieuws. Hoewel ik dat wel graag zou doen, ik ben een echt nieuwsbeest. Maar de realiteit is nou eenmaal dat dat vaak al door de persbureaus wordt gecoverd. Misschien onderscheid ik me ook wel door mijn relatief frisse blik op de regio, dat hoop ik tenminste.”
Hoeveel uur per week werk je gemiddeld? Wat is de verhouding bureau-/veldwerk?
“Ik ben eigenlijk altijd met werk bezig. Behalve als ik slaap, en zelfs dan eigenlijk nog. Op dit moment is het waarschijnlijk (helaas) nog 50/50. Ik ben veel tijd kwijt aan acquisitie, nieuwe opdrachtgevers zoeken, me inlezen in de achtergronden van het nieuws en – niet onbelangrijk – de taal leren. Maar ik moet zeggen dat ik de afgelopen maanden in recordtempo door de regio ben gereisd. Van Slovenië naar Bulgarije, Roemenië en Bosnië. Veldwerk is het belangrijkst. Je moet de straat op, anders snap je niet wat er speelt. Beter nog dan de straat op: het cafe in. Daar hoor je de beste verhalen.”
Op welke manieren gebruik je als journalist sociale media en waarom?
“Als ik een dag (ok, twee) niks heb getwitterd mag je gerust ervan uitgaan dat ik ergens in de goot lig – uitzonderingen daargelaten. Ik zie Twitter als verlengstuk van mijn werk. Ik informeer mijn volgers over wat er hier speelt en geef ze een persoonlijk inkijkje in mijn leven. Daarnaast laat ik me informeren en inspireren door diverse twitteraars en nieuwskanalen. Twitter is heel belangrijk om je naam te vestigen en bereikbaar te zijn voor tipgevers en opdrachtgevers.”
Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?
“Wees impulsief, maar bereid je stiekem heel goed voor. Ik wilde een aantal jaar geleden al dolgraag gaan, maar vond dat ik er nog niet klaar voor was. Ik heb eerst veel ervaring opgedaan als verslaggever in Nederland en op diverse redacties gewerkt. Daar pluk ik nu de vruchten van. Ik weet hoe redacteuren denken en welke onderwerpen aanslaan. Bovendien heeft het me een uitgebreid netwerk opgeleverd.”
“Ook belangrijk: ga pas naar een gebied als je ziet dat er ruimte is voor een nieuwe correspondent. Als het er al stikt van de Nederlandse journalisten, wacht dan nog even. Zorg ook dat je financieel een buffertje hebt. Het kost veel tijd om te investeren in een regio en het levert niet altijd meteen genoeg geld op om van te leven. Wees inventief en flexibel. De tijd dat correspondenten in chique hotels zaten is voorbij. Gebruik bijvoorbeeld Couchsurfing om hotelkosten uit te sparen. Het levert je naast een gratis slaapplek ook handige contacten op. Je komt op plekken waar je anders nooit zou komen. Pluk je tolken van straat of ronsel ze in studentencafés. Lift mee met lokale journalisten als je voor een nieuwsverhaal in een gehucht in the middle of nowhere moet zijn.”
“Last but not least: Wees vindbaar op het wereldwijde web! Houd je website goed bij en zorg dat men niet om je heen kan op Twitter.”
Lees ook in de serie De (jonge) correspondent:
Aflevering 1: Fleur de Weerd in de Oekraïne
Aflevering 2: Wies Ubags in Colombia
Aflevering 3: Leonie van Nierop in Israël en de Palestijnse gebieden
Aflevering 4: Alex Hijmans in Brazilië
Aflevering 5: Pieter Van Maele in Suriname
Aflevering 6: Niels Kraaier in Australië
Aflevering 7: Harald Doornbos in het Midden-Oosten
Aflevering 8: Guus Valk in Washington
Aflevering 9: Geert Jan Hahn in Kiev
Aflevering 10: Stéphane Alonso in Warschau
Aflevering 11: Mark Schenkel in Oeganda
Aflevering 12: Olivier van Beemen in Parijs
Aflevering 13: Peter Scheffer in Buenos Aires
Aflevering 14: Dirk Wanrooij in Cairo
Aflevering 15: Titia Ketelaar in Londen
Aflevering 16: Eduard Padberg in Cairo
Aflevering 17: Fernande van Tets in Beiroet
Aflevering 18: Arne Doornebal in Oeganda
Aflevering 19: Henk Hirs in Boedapest
Aflevering 20: Jan Franke in Tel Aviv
Aflevering 21: Chantal Groothengel in Los Angeles
Aflevering 22: Michiel Philippart in Londen
Aflevering 23: Olaf Koens in Moskou
Aflevering 24: Thalia Verkade in Moskou
Aflevering 25: Miriam Mannak in Kaapstad
Aflevering 26: Eveline Bijlsma in Parijs
Aflevering 27: Jan Eikelboom
Aflevering 28: Windy Kester in Oslo
Aflevering 29: Dirk Vandenberghe in Parijs