|

Individualisering

Een villa in Soweto met een Mercedes voor de deur.

Een vriendin ligt tegenover mij op mijn witte, katoenen bank – haar huidskleur contrasteert scherp. We hebben elkaar twee weken eerder ontmoet. Het klikte meteen, we gingen een paar keer uit eten en deze avond zouden we samen een filmpje kijken bij mij thuis. In plaats daarvan praten we echter al sinds haar komst over politiek. Zo gaat het vaak in Zuid-Afrika.

“Nu willen ze alweer de belastingen verhogen,” zegt ze, terwijl ze haar wijnglas bijvult. “Dan betalen de hoogste inkomens zo meteen 40 procent. Dat is toch niet meer normaal?”

Ik probeer haar uit te leggen dat de hoogste inkomens in Nederland nog meer belasting betalen, dat dit deels maakt dat Nederland een van de landen is met de kleinste rijkdomsverschillen ter wereld en dat wij vooral daarom tot de gelukkigste volken ter wereld behoren. Zuid-Afrika is economisch het meest ongelijke land ter wereld. Een beetje extra belastingsdruk voor de topinkomens mag in mijn ogen dus wel.

‘Ja, voor de allerrijksten,’ werpt mijn nieuwe vriendin tegen. ‘Voor hen die meer dan een miljoen verdienen. Zij merken het niet als bijna de helft van hun inkomen naar de belastingdienst gaat. Maar voor ons, de middenklasse, is het oneerlijk. Ik heb lang gestudeerd en werk hard voor het leven dat ik nu heb. Ik kan echt niet nóg meer van mijn loon missen.’

De strijkstok van de corruptie
Ik attendeer haar er op dat zij deze avond in een gloednieuwe Audi A3 is komen aanrijden. Zou zij haar weg in Johannesburg echt niet kunnen vinden in de zeker tien keer goedkopere tweedehands Mazda 323 waarin ik me de stad door begeef?

Ze geeft toe dat die auto van haar wel enige luxe is. En ze zou eigenlijk ook best afstand willen doen van een deel van haar inkomen, verzekert ze. Als zij maar zeker wist dat dit geld ook werkelijk bij de armen terecht zou komen. ‘Maar als ik meer belasting betaal, gaat er slechts meer geld naar het nieuwe huis van president Jacob Zuma,’ stelt ze cynisch. Ik knik.

Ik denk ondertussen aan de strijkstok binnen het internationale ontwikkelingswerk. Strijkstok klinkt toch altijd nog vriendelijker dan corruptie – en wij Nederlanders, nog veel rijker dan de Zuid-Afrikaanse middenklasse, willen mede om die reden onze hulp drastisch afbouwen.

Ik denk echter ook aan mijn eerste bezoek aan Zuid-Afrika, vijf jaar geleden. Toen werd ik nog overladen met opmerkingen over ubuntu, de centrale filosofie in Zuid-Afrika: ik ben door mijn relatie met anderen. Saamhorigheid, daarvan had iedereen destijds nog de mond vol.

Ik heb het woord ubuntu, in de drie maanden dat ik nu terug ben, niet één keer horen vallen, besef ik op de bank. Tot mijn nieuwe vriendin er opeens (indirect) over begint. In ons gesprek over corruptie verzucht zij plotseling: ‘Misschien dat het vroeger wel beter was.’

Ik schrik op: tijdens apartheid? ‘Nou ja, veel dingen niet natuurlijk,’ haast ze zich te zeggen. ‘Maar wij zwarten voelden ons toen tenminste nog wel echt één groep. Wij hielden rekening met elkaar, zorgden voor elkaar, hadden één gemeenschappelijke vijand.’

Misschien is het geklaag over belastingen wel een zegen
Ik had nooit bedacht dat ubuntu wellicht ook deels uit een negatieve emotie heeft kunnen ontstaan: gemeenschapszin als uiting van haat jegens blanken. En die gemeenschappelijke vijand bestaat inderdaad niet langer – zij zit er nu nota bene mee op de bank. Groeiende welvaart deed de rest: welkom individualisering.

Ik denk aan Europa na het wegvallen van de gemeenschappelijke Duitse vijand na de Tweede Wereldoorlog. Dezelfde welvaartsgroei, dezelfde individualisering. Zelfde geklaag over belastingen.

Wellicht is dat klagen feitelijk wel een zegen, bedenk ik me. Het betekent immers dat de economische herverdeling enigszins voelbaar is en dat de druk tot individuele zelfontplooiing een feit lijkt. Nu alleen die strijkstok van de corruptie nog breken en een gezonde dosis ubuntu komt wellicht vanzelf terug. Nou ja, dat hoop ik althans maar.

Vergelijkbare berichten