Foto Lisanne Oldekamp
|

De journalist als antropoloog

Foto Lisanne Oldekamp
Foto: Lisanne Oldekamp

Het Zijn Net Mensen, de kritische bestseller van Joris Luyendijk over buitenlandjournalistiek, is tegenwoordig verplichte kost voor studenten journalistiek en communicatiewetenschap. Na het verschijnen ervan werden veel lezers wantrouwend tegenover de media: ze voelden zich voorgelogen en twijfelden aan de waarheidsgetrouwheid van berichtgeving uit andere delen van de wereld.

Buitenlandcorrespondenten zouden hun werk niet goed doen en ons, lezers en kijkers, maar een beetje voorliegen omdat ze het zelf ook niet wisten. Of dit nu door omstandigheden in de betreffende landen kwam of door onkunde van de correspondent leek er zelfs niet meer toe te doen.

Net als veel lezers was ik verbaasd door het beeld van buitenlandjournalistiek dat Luyendijk schetste. Maar ook de reactie van het gros van het publiek verbaasde mij: hoe kon het dat na zo’n boek het beeld van de journalistiek met 180 graden was gedraaid? Want nog niet zo lang daarvoor genoot men van het gevoel live mee te kunnen kijken met belangrijke wereldgebeurtenissen, toegelicht door correspondenten die in verre land de directe gevolgen konden voelen.

Correspondenten en plaatselijke journalisten
Deze dubbele verbazing prikkelde in mij een antropologische nieuwsgierigheid gelijk aan die van Luyendijk: hoe doen ze dat toch, die buitenlandcorrespondenten? Als een soort fly on the wall een samenleving observeren, de juiste nuances aanvoelen en een ingewikkeld nieuwsverhaal zo weten over te brengen dat het publiek in het verre Nederland zou begrijpen wat er aan de hand was en vooral: inschatten waarom het publiek ervan moest weten.

Het is niet voor niets dat de Zweedse onderzoeker Ulf Hannerz in zijn boek Foreign News (1996) een vergelijking trekt tussen buitenlandcorrespondenten en antropologen:

Like anthropologists, news media foreign correspondents report from one part of the world to another. We share the condition of being in a transnational contact zone, engaged there in reporting, representing, translating, interpreting – generally, managing meaningacross distances.

Ik besloot voor mijn masterscriptie hetzelfde onderwerp op te pakken als Hannerz en Luyendijk: buitenlandjournalistiek in Israël en de Palestijnse gebieden. Omdat onderzoek iets vernieuwends moet hebben, koos ik ervoor het werk van buitenlandcorrespondenten in deze regio te vergelijken met dat van Israëlische en Palestijnse journalisten. Daarbij richt ik me vooral op persvrijheid en de problemen die de journalisten tegenkomen in hun werk.

Het onderzoek
Dit onderzoek gunt mij tegelijkertijd een uniek kijkje achter de schermen bij journalisten en correspondenten, waardoor ik van binnenuit begin te begrijpen waarom iets wel of niet het journaal haalt en hoe een verslag op televisie of in de krant tot stand komt. En wat blijkt: correspondenten zijn zich er erg bewust van dat ze maar een beperkte ruimte hebben, en weten daar creatief en effectief mee om te gaan. Ze weten wie hun bronnen zijn en welke belangen die hebben. Ze kennen de context van het conflict en schatten de voorkennis van hun publiek vaak laag in, om hun artikelen en reportages toegankelijk te houden. Kortom: ze verstaan hun vak.

En natuurlijk krijgen ze reacties van dat publiek. De redactie in Nederland filtert reacties, waardoor alleen de ‘beschaafde’ brieven binnenkomen bij de correspondenten. Direct contact (met name via sociale media) kent zo’n filter niet, maar de correspondenten laten zich er niet door van het stuk brengen. De reacties komen meestal uit de extreme hoeken van het conflict: pro-Israël of pro-Palestina. Die kampen zitten zo vast in hun eigen denkpatroon (discourse zouden antropologen zeggen) dat alles wat daarvan afwijkt fout is. Deze extreme tegenpolen kun je niet op andere gedachten brengen, zo leggen de correspondenten uit, en die ambitie hebben ze dan ook niet. Maar de meeste reacties worden keurig beantwoord – om keuzes en werkwijzen te verantwoorden, of op zijn minst uit te leggen.

De beperkte inpact van Nederland
In turbulente tijden, zoals tijdens het conflict in Gaza in november of tijdens de Tweede Intifada – de periode dat Luyendijk in de regio werkte – zijn de brieven en e-mails talrijker en heftiger van toon. Ondanks de filtering op de redactie in Nederland schrikken de correspondenten ook in rustige tijden vaak van de felle toon van de reacties. Journalistiek is over het algemeen geen vak voor mensen met lange tenen, maar in regio’s als deze wordt een olifantenhuid snel gekweekt. Wellicht zullen ze het niet aan mij toegeven, maar het lijkt me sterk dat de correspondenten die ik heb gesproken en nog hoop te spreken snel zullen zwichten voor deze felle brievenschrijvers.

Daarbij worden ze door de plaatselijke en Nederlandse autoriteiten veelal met rust gelaten, waardoor ze een veel grotere persvrijheid genieten dan hun Palestijnse collega’s. (In een volgende blogpost zal ik verder ingaan op de persvrijheid in de regio, voor zowel Israëlische als Palestijnse journalisten.)

De militaire censor in Israël kan bepaalde informatie tegenhouden, maar, zo geven de correspondenten toe, vergeleken met reuzen als CNN en BBC zijn Nederlandse media te klein en hebben ze een te kleine impact om echt gevoelige informatie te pakken te krijgen.

Het kijkje achter de schermen dat de geïnterviewde correspondenten en journalisten me tijdens mijn onderzoek gunnen is helaas niet voor iedereen weggelegd. Maar aan allen die door Het Zijn Net Mensen zijn gestopt in het geloven van journalisten, zou ik willen zeggen: praat eens met iemand uit het vak. Ga het gesprek aan, niet aanvallend maar nieuwsgierig. Journalistiek opgeleid of niet, correspondenten worden niet lukraak gekozen en zo op het vliegtuig gezet. Ze verstaan hun vak en gebruiken de beperkte ruimte die ze hebben om zo effectief mogelijk de meest ingewikkelde situaties uit te leggen.

Hopelijk kan ik via blogposts als deze mijn kijkje achter de schermen met meer mensen delen en zo het vertrouwen in (buitenland)journalistiek verder herstellen.

Lisanne Oldekamp woont in Ramallah, waar zij haar afstudeeronderzoek doet naar Nederlandse correspondenten, Palestijnse en Israëlische journalisten en internationale en lokale persbureaus. Voor De Buitenlandredactie houdt ze een blog bij over haar bevindingen en ervaringen. Op Twitter: @LisanneOldekamp

Vergelijkbare berichten