|

‘Het is overal crisis, in Nederland valt het echt wel mee’

Hoe is het om als buitenlands journalist in Nederland te werken? In de derde editie van Standplaats Nederland: Charles Onians, redactiechef bij AFP in Nederland.

Boven een makelaarskantoor aan de rand van Scheveningen huist het kantoor van Agence France Presse, waar slechts een klein bordje naast de deur de Nederlandse vestiging van één van de drie grootste persbureaus ter wereld verraadt. Hier staat Charles Onians aan het hoofd van een vierkoppige redactie. Hij, samen met drie andere journalisten (waarvan nog één Engelstalige en twee Franstaligen), stuurt dagelijks nieuwsberichten over de internationale tribunalen en de Nederlandse ‘usual suspects’ – drugs, prostitutie en euthanasie.

De half-Britse, half-Nederlandse Onians studeerde Franse literatuur en filosofie in Londen en ging vervolgens aan de slag voor verschillende non-gouvernementele organisaties in Haïti en India. Gedesillusioneerd door de ngo-wereld koos hij voor de journalistiek en werd Onians correspondent. Eerst in Brussel, vervolgens in het Midden-Oosten met als standplaats de Egyptische hoofdstad Caïro. Na een tussenpauze van een jaar bij het hoofdkwartier in Parijs, zwaait hij, nu sinds ruim een half jaar, de scepter bij AFP’s ‘Netherlands bureau’.

Droge kost
“Ik vind dat je, op een gegeven moment, als correspondent in een land moet werken dat een vergelijkbare cultuur heeft als je thuisland.” verklaart Onians zijn keuze voor Nederland. “In het Midden-Oosten is nieuws heel sexy. Het is makkelijk goeie verhalen maken, maar vaak is het als persbureau simpelweg een stukje service verschaffen. Wat is er gebeurd, hoe vele mensen zijn omgekomen, hoe veel demonstranten…”.

“Als persbureau ben je objectiever dan een krant, er is geen enkele ethische of politieke positie.” Vertelt Onians. De artikelen van AFP zijn toegankelijk en zakelijk, droge kost, zelfs. Als ‘wire’ stuurt AFP bij nieuws eerst een kort bericht, dat gaandeweg het nieuws ontwikkelt wordt aangevuld en uitgeschreven.

Een fout is daarom snel gemaakt. “We maakten een verhaal over de wietpas en één van onze verslaggevers schreef dat de burgemeester van Amsterdam zei dat de wietpas toeristen zou afschrikken. Het was iets wat hij prima kon hebben gezegd, maar dat bleek dus niet te kloppen. De wire ging de lucht in, en voor we het wisten hing er een woordvoerder aan de lijn.” In de tussentijd zijn kranten gedrukt, websites geüpdatet en uitzendingen uitgezonden.

Charles Onians aan het werk bij AFP
Charles Onians aan het werk bij AFP

Journalistieke elite
Volgens Onians oreren Nederlanders vaak over dalende krantenoplages. Onterecht, vindt hij. “Ja, natuurlijk, het is overal crisis in krantenland, maar het valt in Nederland echt wel mee. En het is hier tenminste gezond,” zegt hij, verwijzend naar de Nederlandse journalistieke cultuur. “In Frankrijk is er haast een samensmelting van journalistiek en politiek – veel politici hebben een journalist als partner. En alles is voorgekauwd.”

En de Haagse stolp dan? Onians wuift het weg. “Dat is in de grond overal hetzelfde, een vissenkom voor de journalistieke elite. Tegelijkertijd moet je er voor oppassen. 50 jaar geleden had de helft van de Engelse journalisten geen hogere opleiding genoten. Je kon jong beginnen en jezelf omhoog werken. Nu moet je van de universiteit komen wil je kans hebben op een baan. Het maakt het vak elitair.”

Toch staat het journalistieke ambacht volgens Onians laag in de waardering, in ieder geval in Groot-Brittannië. Onians: “Wanneer ik in Engeland vertel dat ik journalist ben, word het weggehoond. Journalistiek heeft daar flinke oplawaai gehad.” zegt Onians, doelend op de BBC-schandalen en de gehackte telefoons van News of the World. “Er is weinig respect voor ons.”

In de buitenlandjournalistiek zijn namen van Nederlandse politici niet heel belangrijk. Behalve – hoe kan het ook anders – Geert Wilders. “Iedereen kent Wilders. Maar tijdens de verkiezingen doen namen van Nederlandse politici er niet echt toe. Gezien de grootte van Nederland, is het land veel belangrijker dan zijn omvang. Maar ook weer niet heel belangrijk. Als een Franse of Duitse of Engelse minister van Buitenlandse Zaken iets zegt over, bijvoorbeeld het Midden-Oosten conflict, is dat vaak nieuws. Wanneer de Nederlandse minister dat doet niet.”

Elfstedentocht
Onians heeft een contract voor twee jaar, dat kan worden verlengd met nog eens twee of drie jaar. Na Port-au-Prince, India, Brussel, Cairo en Parijs droomt hij al van zijn volgende bestemming: zuidoost-Azie, misschien Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Maar voor die tijd hoopt hij als bureauchef nog één ding mee te maken. “Een Elfstedentocht.” glundert Onians. “Dat zou gewéldig zijn. Aan de andere kant betekent dat ik de hele dag achter mijn bureau moet zitten, ik kan niet mee naar Friesland. Maar toch, ik wil dolgraag zien wat zoiets met Nederland. Een Elfstedentocht, dát is echt Nederland. Geen coffeeshops en euthanasie.” Toch blijven deze onderwerpen bij AFP hoog op de journalistieke agenda. “Als er een ontwikkeling is over de wietpas schrijven AP en Reuters er over – dan moeten wij ook meedoen.”

Vergelijkbare berichten