A hell of a year op de Balkan
Twintig-dertien begon voor mij in de donkere krochten van het Belgradose uitgaansleven. Het zal daar waarschijnlijk ook eindigen. Maar daar tussenin gebeurde er godzijdank een hele hoop meer. Te veel om te beschrijven maar ik ga het toch proberen.
De linkerkant van mijn gezicht ligt onhandig tegen het beslagen raam geklemd. Ik open mijn ogen zonder te bewegen, langzaam stroomt het bloed terug in mijn benen. Buiten is het donker, in de verte zie ik een roodwitte slagboom. ‘Ik welk land ben ik?’ schiet door mijn hoofd, traag ontwakend uit een korte comaslaap. De lampen schieten aan.
Een doosje vol simkaarten zwerft permanent rond in mijn tas. “Op welk nummer ben je deze week te bereiken”, mailde een redacteur bij één van mijn opdrachtgevers in Nederland laatst. “ik hou het niet meer bij”. Ik deed dit jaar verslag uit Servië, Bosnie, Kroatië, Montenegro, Kosovo, Macedonië, Bulgarije en Roemenie voor diverse Nederlandse, Vlaamse en Engelstalige media.
Historisch
Laten we beginnen met het nieuws. Twintigdertien was het jaar van de historische momenten op de Balkan. Historisch. Een woord dat vaak, soms te makkelijk wordt gebruikt om belangrijke nieuwsmomenten aan te duiden. En het werkt, want historisch dwingt urgentie af. Zo’n beetje alles wat gebeurde in de relatie tussen Servië en Kosovo was historisch. In Brussel werd op 19 april onder toeziend oog van de EU de deal der deals gesloten waarmee Servie een hoop macht in Kosovo overdroeg aan Pristina. De eerste Kosovaarse gemeenteraadsverkiezingen sinds dat akkoord was uiteraard weer historisch. Voor het eerst deden de Serviers in het noorden mee, hoewel niet echt van harte.
Kosovo’s Borat
De gemeenteraadsverkiezingen in Kosovo in november waren dus vooral te doen om het Servische noorden. Door dat gesteggel zou de wereld de geboorte van de Kosovaarse Borat bijna zijn misgelopen. Oftewel, de leider van de nieuwbakken piratenpartij ‘Sterke Partij’ in Pristina. Huwelijken moeten verboden worden om echtscheidingen te voorkomen. Corruptie gelegaliseerd zodat het geen probleem meer is, en meer briljants van dien aard.
Voetbal
Er gebeurde meer historisch. Voormalig aartsvijanden Kroatië en Servië stonden weer tegenover elkaar in een rechtstreekse battle. Niet op het slagveld dit keer, maar op het voetbalveld. Een ietwat onfortuinlijke loting voor de WK-kwalificatie wedstrijden werd een interessant politiek beladen potje voetbal. De winnaar echter in dit voetbalgeweld was noch Servië noch Kroatië (beiden kwalificeerden niet voor het WK). Het was underdog Bosnië & Herzegovina. Hoewel, zo voelde het voor menig Bosniër toen hun team de kwalificatiewedstrijd (in een andere groep) tegen Litouwen won. Bosnië schreef geschiedenis; de eerste kwalificatie voor een internationaal voetbaltoernooi ooit.
Kroatië
Het belangrijkste historische moment van het afgelopen jaar was waarschijnlijk Kroatië dat op 1 juli volwaardig lidstaat werd van de Europese Unie. Dat in een tijd dat de EU genoeg eigen problemen heeft, en de Kroaten zelf het gevoel hebben niet met open armen te worden ontvangen. “Alsof we binnenkomen op een feestje dat over het hoogtepunt heen is. Iedereen is al aan het opruimen.”
Oorlog
Toen ik als correspondent op de Balkan begon, was ik voorbereid op veel verhalen die links of rechtsom met de oorlog in de jaren negentig te maken zou hebben. Inderdaad, de oorlog kwam in 2013 nog veelvuldig terug. In Bosnië werd het ‘Boek van de doden‘ uitgebracht, een nauwkeurige, eerste echte telling van oorlogsslachtoffers in Bosnië tijdens de burgeroorlog.
Ook maakte ik een reportage over drugsverslaafden in Sarajevo, van wie velen hun eerste spuit zetten tijdens de belegering 1992-1995. Kroatië werd dit jaar het eerste land binnen de EU met een grote hoeveelheid landmijnen, een nalatenschap uit de oorlog. En in Vukovar groeiden spanningen nadat cyrillisch officieel het tweede schrift werd om de Servische minderheid tegemoet te komen.
Roemenenpaniek
Er was opeens veel werk in Roemenië. Dankzij de kunstroof van het decennium en de rechtszaak in een schmutzige rechtbank in Boekarests sector 3. Maar ook dankzij Geert Wilders. Toen Geert met een spandoek voor de Roemeense ambassade in Den Haag stond te demonstreren tegen de komst van meer Roemenen naar Nederland, struinde ik met mijn microfoon door de straten van Boekarest.
De aanval op Roemenen en Bulgaren was geopend want die mogen vanaf 1 januari 2014 zonder vergunning in Nederland werken. Het woord ‘Roemenenpaniek’ werd gelanceerd, maar wat bleek; de meeste Roemenen willen helemaal niet naar Nederland. En als ze al een werkend leven in het koude Nederland ambiëren, bereiden ze zich goed voor op de banen die beschikbaar zijn. Ik werd als Nederlandse journalist meermaals gevraagd wat Nederland tegen Roemenen heeft. Een collega journalist uit Cluj Napoca nodigde me uit in zijn uur durende radiotalkshow ‘face to face’ om het over de Nederlandse angst voor Roemenen te hebben.
Leg dat maar eens uit.
Revolutie
2013 was het jaar waarin zowel in Bosnië, Bulgarije als Roemenië delen van de bevolking boos de straat op gingen om te demonstreren tegen hun regeringsleiders. In Bulgarije begon de opstand in februari toen uit het niets duizenden mensen begonnen te demonstreren tegen hoge elektriciteitsrekeningen. Een protest dat een paar maanden later, na de val van de ene regering en de komst van een nieuwe, groter werd en tot vandaag aanhoudt. Waarom de Bulgaren precies zo kwaad zijn, lees je hier. In Bosnië begon in juni een zeldzame opstand die achteraf van korte duur bleek te zijn. De Bosnische rampenregering kreeg de schuld van de dood van een baby die doordat het geen identiteitsnummer kon krijgen een noodzakelijke operatie in het buitenland misliep. Roemenië vocht al langer dan een decennium stilletjes tegen de komst van de grootste goudmijn van Europa in Rosia Montana. Dat liep dit jaar uit tot de grootste protesten sinds de val van het communisme.
Journalisten zijn net mensen
Leuk en aardig dat nieuws, zult u denken. Maar wat gebeurde er achter de schermen? Journalisten zijn tenslotte net mensen. Nou vooruit.
Tranen
In mijn wereld is het not done. Huilen tijdens een interview. Het overkwam me toch. De eerste keer tijdens een interview met een Syrische vluchteling in Bulgarije tijdens een reportage over het lot van vluchtelingen in het armste land van de EU. Ik ontmoette hem op straat in Sofia, hij sliep op een bankje in het busstation, er was geen plek voor hem in de opvangcentra. Ik wilde zijn verhaal optekenen dus vroeg of hij op mijn kosten wat wilde eten. Terwijl het eten werd geserveerd, begon hij te vertellen. Het was zo gruwelijk als zoveel verhalen uit Syrië nu zijn. Moeder en broer dood in het familiehuis waar eerder een bom op viel, vader vermist, vermoedelijk verdwenen onder het puin. Die sterke jongeman die eerder breedlachend tegenover me zat, brak voor mijn ogen. Het bord eten bleef als een stilleven, onaangeroerd voor hem staan. Ik schrok van mijn brok, van de tranen die langzaam over mijn wangen liepen. Ik liet de recorder lopen.
Het zal de vermoeidheid wel zijn, dacht ik toen het een tweede keer gebeurde, eind november in Roemenië. Een week bracht ik door met kinderen en jongeren die in de ondergrondse tunnels voor de riolerings- en verwarmingsbuizen in Boekarest wonen. Het zijn een soort grotten, waar het ’s winters warmer is dan buiten in een park of op een bankje. Hoe kon ik deze aanhankelijke, vergeten kinderen uitleggen dat ik hun leven binnen wilde lopen, hun verhalen wilde opschrijven en weer weg zou gaan? ‘Gara de Nord please’, zei ik tegen de taxichauffeur toen hij mijn rugtas in de achterbak hijste. Ik keek naar de stad die voorbij raasde en voelde me shit. Ik dacht aan dat meisje van vier, haar sterke armpjes om mijn nek. Een kind dat onder de grond moet opgroeien, in een moderne stad in een land dat lid is van de Unie van welvaart. Niemand die haar ziet. Tranen dus.
GeenStijl
Het was vroeg toen ik, zoals afgesproken, werd gebeld door Radio 6 om het over het gloednieuwe EU-lidstaat Kroatië te hebben. Een gelaten feestje was het, de vorige avond op het plein in Zagreb. Ik kon er niet veel meer van maken. Kroaten stonden niet te dansen op de EU-vlag. Als ze dat al hadden gewild; de festiviteiten waren sterk afgeschermd voor de gewone Kroaat. Het was een feestje voor hoogwaardigheidsbekleders. Zoals dat gaat.
Samen met mijn Britse en Franse collega’s wachtte ik op het grootste vuurwerkspektakel dat was aangekondigd. De stemming zat er goed in, camera’s en audiorecorders in de aanslag. We keken naar de lucht. Er gebeurde niks. We keken naar elkaar. Niks. Geen vuurwerk. Een aanfluiting, zeiden we tegen elkaar voordat we afdropen om na dagen hard werken als pasgeboren baby’s in slaap vallen. De volgende ochtend nam ik schor de telefoon op. Ik wist toen nog niet dat een gebrek aan vuurwerk zo’n vuurwerk kon losmaken.. op GeenStijl.
Dan was dit nog het jaar dat..
Ik een bijna-dood-ervaringen had toen de bus waarin ik lag te slapen een noodlanding in de berm maakte nadat de chauffeur merkte dat het rechtervoorwiel in brand stond. Mijn telefoon op de achterbank van een Bulgaarse taxi liet liggen en ‘m na vijf uur durende Sherlock Holmes-actie terugvond. Werd ingesloten door een horde Bosnische straathonden. Een off-topic klus aannam om Sylverster Stallone en Arnold Schwarzenegger te interviewen. En ik een Roemeense koe op een haar na de sloot in reed.
It was a hell of a year. Bijna De Leven.
Nergens spijt van, alles was mooi
Ook de dalen, en die andere zooi
Alles gepakt, niks laten liggen