Beperkingen door Chinese overheden eerder regel dan uitzondering
In China bestaat geen persvrijheid zoals in het Westen. Het is hierdoor moeilijk om vanuit westerse journalistieke waarden te berichten. Correspondenten hebben te maken met aanzienlijke beperkingen in hun dagelijks werk. In het tweede deel van dit vierluik gaan we in op welke beperkingen correspondenten concreet ondervinden.
De Chinese cultuur van leiderschap en volgzaamheid speelt een belangrijke rol bij de mogelijkheden van correspondenten om informatie te vergaren. Volgzaamheid wordt in China namelijk ook van buitenlandse correspondenten verwacht. Het stellen van kritische vragen en de behoefte aan volledige transparantie staan in de Chinese cultuur haaks op het gezag van de centrale overheid. Dit geldt ook voor het gezag van de politie en andere instanties.
Correspondenten komen in hun werk met drie verschillende overheden in aanraking: de Chinese centrale overheid, het ministerie van Buitenlandse Zaken en lokale of provinciale overheden en haar handlangers. Al deze overheden hebben eigen regels en leveren specifieke beperkingen op.
Chinese centrale overheid
In China bestaat de centrale overheid uit drie organen: de Chinese Communistische Partij (CCP), de Staat en het Volksbevrijdingsleger. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor het besturen van China. De CCP speelt hierbij de meest prominente en meest sturende rol en treedt vaker in de publiciteit dan de Staat en het Volksbevrijdingsleger.
Hoe de centrale overheid precies functioneert en op welke gronden de besluitvorming plaatsvindt is in China niet openbaar. De correspondenten ervaren “de partij als een gesloten luchtbel”, omdat de officiële communicatie vanuit de partij propagandistisch, niet transparant en willekeurig is.
De correspondenten hebben veel moeite om partijfunctionarissen te benaderen. De centrale overheid stelt zich “sceptisch” op tegenover westerse journalisten en is niet gemotiveerd om enige informatie te verstrekken. De correspondenten vertellen daardoor beperkte toegang te hebben tot informatie over partijleiders, beleidsvoering en de machtsverdeling: “De Communistische partij heeft geen afdeling voor persvoorlichting. Je kunt het partijsecretariaat bellen als er al wordt opgenomen”.
De correspondenten proberen regelmatig informatie te verzamelen door middel van interviews. Het aanvragen van interviews met overheidsfunctionarissen is eveneens een moeizaam proces waarbij de centrale overheid een grote mate van willekeur vertoont. De correspondenten moeten lang wachten op een reactie of krijgen helemaal geen antwoord op hun aanvraag. Het aanvraagproces wordt simpelweg belemmerd door de centrale overheid, waardoor het belang van een onderwerp vanzelf afneemt.
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Het ministerie van Buitenlandse Zaken is een onderdeel van de Chinese overheid waar de correspondenten direct mee te maken hebben. Iedere dag wordt er op het ministerie een persbriefing georganiseerd over verschillende onderwerpen. De correspondenten kunnen vragen stellen of extra informatie krijgen over uiteenlopende onderwerpen.
Veel correspondenten uiten hun frustratie over de wijze waarop het ministerie met hen omgaat. Het ministerie bepaalt waar ze op willen antwoorden en welke onderwerpen er behandeld worden ongeacht de gebeurtenissen in het land. Vragen die het ministerie niet wil beantwoorden leveren onzinnige of absurde antwoorden op. De correspondenten worden “openlijk afgewimpeld” of doorverwezen naar een ander ministerie dat in de meeste gevallen onbereikbaar blijkt te zijn.
De informatie die bij persbriefings wordt verstrekt is in de meeste gevallen dus onbruikbaar voor journalistieke verslaglegging. Bijwonen is soms toch belangrijk om te kunnen weergeven dat de overheid geen antwoord geeft op vragen. De correspondenten proberen hiermee in zekere zin transparant te zijn naar het publiek toe. Dit laat onverlet dat correspondenten via officiële bronnen nauwelijks informatie kunnen verzamelen en de briefings zien als tijdsverspilling.
China is volgens de correspondenten door de jaren heen veranderd. In de jaren negentig waren er minder persbriefings en was het verkrijgen van informatie bijna onmogelijk: “Het was destijds makkelijker omdat je wist dat er geen informatie beschikbaar was. Nu moeten de correspondenten de persbriefing bijwonen, een vraag proberen te stellen om vervolgens te moeten vermelden dat de vraag niet is beantwoord door de woordvoerder”.
Lokale overheden
China bestaat uit 34 provinciale divisies. Deze divisies zijn weer onderverdeeld in verschillende provincies, gemeenten, autonome regio’s en SAR’s, de zogenaamde ‘special administrative regions’ zoals Hong Kong. Iedere provinciale divisie wordt bestuurd door lokale autoriteiten die rapporteren aan de centrale overheid.
In de provincies worden de correspondenten anders behandeld dan in de grote steden. Dit komt door de grootte van China en de snelheid waarmee veranderingen in het land plaatsvinden, waardoor de reikwijdte van de centrale overheid beperkt is. Provincies kunnen hierdoor in zekere mate zelfstandig functioneren. De centrale overheid heeft echter wel een puntensysteem ontwikkeld dat lokale partijfunctionarissen moet stimuleren in lijn met de centrale overheid te handelen.
Naarmate men zich verder van Beijing bevindt, de plaats waar de politieke macht gevestigd is, neemt de verscheidenheid toe. In sommige gevallen is dit positief omdat burgers in meer afgelegen gebieden “opener” zijn.
Er zijn echter ook gebieden waar het verzamelen van informatie juist moeilijker is omdat lokale overheden daar sneller en zwaarder straffen. Lokale politie in deze gebieden zou, in tegenstelling tot grote en beter ontwikkelde steden, bijvoorbeeld sneller overgaan tot arrestatie en het langer vasthouden van westerse journalisten. Ook bronnen zijn daardoor minder open.
Punten scoren
Het puntensysteem zorgt ervoor dat de belangen van de lokale autoriteiten synchroon lopen met die van de centrale overheid. Het systeem houdt in dat maatschappelijke, economische, culturele en politieke onderwerpen door de overheid met punten worden gewaardeerd. Lokale partijfunctionarissen kunnen hun carrière positief beïnvloeden door zo veel mogelijk punten te scoren bij de centrale overheid.
Concreet betekent dit dat hoog gewaardeerde onderwerpen, zoals sociale orde en veiligheid, veel aandacht moeten krijgen in de provincie. Dit betekent bijvoorbeeld dat demonstraties aangepakt moeten worden. Vooral bij lokale partijfunctionarissen ligt de nadruk op het actief tegenwerken van eventuele obstakels die het behalen van zo veel mogelijk punten in gevaar kunnen brengen: “Als je stad, dorp of provincie slecht in het nieuws komt, of er incidenten zijn, dan verdien je daar te weinig punten mee om promotie te maken”.
Dit betekent dat westerse journalisten tegengewerkt worden om zo eventuele negatieve gebeurtenissen niet wereldkundig te maken. De uitwerking van dit systeem verschilt per provincie en de correspondenten ervaren daardoor een sterke verscheidenheid in het kunnen uitvoeren van hun werkzaamheden.
Positief imago
Een van de voornaamste belangen van de centrale overheid is het genereren van een positief imago voor China in het buitenland. Om dit te bewerkstelligen is de Chinese overheid gericht bezig met publieksdiplomatie. De correspondenten vertellen dat zij met hun werk deze aanpak ondermijnen. Het publiceren van negatieve berichten stelt de handelswijze van de overheid immers kritisch aan de kaak en kan het positieve imago van China schade toebrengen.
De correspondenten kunnen het gewenste imago in gevaar brengen door de verkeerde onderwerpen aan de orde te stellen of een te kritische toon aan te nemen in de verslaglegging. Persbriefings proberen dit tegen te gaan door de informatie over ongewenste onderwerpen te minimaliseren om zo het risico te verkleinen informatie vrij te geven die de overheid kan schaden.
Alle overheden zijn in China alert op de aanwezigheid van westerse journalisten die het imago van China in het buitenland kunnen bedoezelen. Journalisten zijn zowel voor de centrale overheid, het ministerie van Buitenlandse Zaken als lokale overheden vooral ongewenst bij gevoelige situaties en negatieve gebeurtenissen. Hierbij is de kans dat overheden ingrijpen bij de aanwezigheid van een westerse journalist relatief groot.
De relaties tussen overheden onderling in China zijn hierbij eveneens van belang. Hoewel de centrale overheid probeert de lokale overheden te disciplineren, is het succes daarvan wisselend. Journalisten zijn voor lokale overheden vaak minstens zo bedreigend als voor de centrale overheid, omdat juist journalisten informatie naar buiten kunnen brengen die ertoe kan leiden dat lokale overheden punten bij de centrale overheid verliezen.
Al met al vormen journalisten voor alle Chinese overheden een risicofactor die tegengewerkt moet worden. Er bestaat variatie in de manier waarop overheden dit doen. Dit komt in deel 3 van dit vierluik aan de orde.
Dit is deel 2 van een vierluik over het werk van buitenlandse correspondenten in China. Dit vierluik is gebaseerd op de masterscriptie van Ivana Zolak. Dit deel verscheen eerder op De Nieuwe Reporter.
Ivana Zolak studeerde af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het werk van correspondenten in China. Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie.