Skyline Johannesburg
|

Katlehong

Ik heb eigenlijk geen idee wat ik je precies in Katlehong zou moeten laten zien, antwoordde vriendin Lirandzu toen ik haar vroeg mij eens mee te nemen naar de plek waar zij opgroeide. Katlehong is een township zoals er veel zijn rond Johannesburg: Tembisa, Thokoza, Vosloorus, Diepsloot. Er wonen miljoenen mensen, maar ik kom er weinig. En ik ben niet de enige.

Het is een typische Johannesburgse winterdag als we uit de auto stappen: strakblauwe lucht, warm zonnetje, maar een droge, ijzige wind. De straten zijn bedekt met een dun laagje rood stof. Ik zie eindeloos veel woonhuizen, her en der een kiosk, autowerkplaatsen, wat kappers en loodgieters, maar nauwelijks grotere winkels of bedrijfspanden. Het verbaast me niet dat Lirandzu er tien jaar terug is weggegaan. De meeste van mijn zwarte vrienden zijn opgegroeid in townships, maar verhuisden tijdens hun studie richting de stad of rijkere suburbs.

In korte tijd uit de grond gestampt
De structuur van Johannesburg is apart. Plekken waar werk, hoger onderwijs, wonen en ontspanning samenkomen, zoals in het centrum van Amsterdam bijvoorbeeld, zijn er spaarzaam. Johannesburg is een soort samenbundeling van allerlei verschillende stadjes, elk met hun eigen functie.

Thandika Mkandawire, professor Afrikaanse ontwikkeling, had mij een paar dagen eerder uitgelegd hoe dat komt. “De meeste steden in zuidelijk Afrika missen sfeer en samenhang doordat ze niet natuurlijk zijn ontstaan en gegroeid”, zei hij. “Daarin verschillen zij bijvoorbeeld van steden in West-Afrika. Die groeiden doordat mensen erheen trokken om handel te drijven. In West-Afrika bestond in de koloniale tijd gedwongen arbeid, maar die was vooral te vinden buiten de steden, op plantages. Veel mensen kwamen juist naar de stad uit vrije wil, om er voor zichzelf te beginnen. Het maakte de steden dynamisch en integreerde oude en nieuwere stadsdelen automatisch met elkaar.”

In zuidelijk Afrika werden steden daarentegen vaak binnen korte tijd rond mijnen uit de grond gestampt. Ook Johannesburg. “Afrikanen werden er door kolonisatoren naartoe gehaald als mijnwerkers. Om controle over hen te kunnen houden, deelden koloniale machthebbers de steden functioneel gescheiden in: een zakencentrum waar alleen bedrijven zich mochten vestigen, townships waar de zwarte arbeiders werden weggestopt, shopping malls voor het doen van boodschappen.”

Functionaliteit is saai
Maar functionaliteit is saai. En hardnekkig. Een infrastructuur die decennialang is ingesleten, laat zich niet makkelijk aanpassen. Mkandawire: “Vandaar dat het central business district, het centrum van Johannesburg, na werktijd nog altijd uitsterft”. En daardoor ook dat nog steeds weinig bedrijven zich in townships vestigen. Wie sociaal-economisch opklimt, is voor een baan gedwongen te verhuizen.

Het leven van de nieuwe zwarte middenklasse veranderde met die verhuizing de laatste twintig jaar. In hun nieuwe wijken vermengden blank en zwart zich. Townships bleven ‘zwart’. Voor wie er niet is geboren, zijn plekken als Katlehong nog altijd ver weg, onbekend en weinig aanlokkelijk.

“En ik zou hier ook niet meer willen wonen”, geeft Lirandzu toe. “Dat zou onpraktisch zijn. Het is ver van werk, van de plekken waar ik uitga, van mijn huidige vrienden. Van mijn hele leven eigenlijk.”

Dit blog verscheen eerder als column in het dagblad Trouw.

Vergelijkbare berichten