Panzi
Aan de randen van één van de quartiers populaires van Bukavu zit het Panzi-ziekenhuis. Voor een interview met ‘rape doctor’ Denis Mukwege kronkelen we door de volkswijk (naar onze begrippen krottenwijk) naar het bekendste hospitaal uit de regio.
Voorafgaand aan het interview leidt voorlichter Colette ons rond op het terrein. Ze doet het duidelijk vaker; het hospitaal is een trekpleister voor NGO’s en journalisten. ‘Daar zijn de operatiekamers en daar’ – ze gebaart naar een overdekte kantine met grote houten tafels – ‘komen de vrouwen bij elkaar’. De vrouwen zijn in dit geval de vele slachtoffers van seksueel geweld. Nog nooit heb ik zo veel intens bedroefde vrouwen bij elkaar gezien. Er bekruipt me een gevoel van ongemak wanneer wij, ernstig rondkijkend en ja-knikkend, het terrein bewandelen.
Colette neemt ons mee naar de dagopvang, een klein speeltuintje aan de rand van het terrein. Één van de kleinsten draagt haar rok op haar enkels en heeft een grote kraal in haar mond gestopt. Ik probeer ‘m er uit te halen maar ze bijt boos in mijn vinger.
Die avond eten dineren we voor de verandering in het Orchid Hotel, het duurste verblijf van Bukavu. Palmbomen, roze bloemen, rode wijn en alleen maar expats. Maar ik zit in mijn hoofd nog in de speeltuin van Panzi, waar een meisje misschien nog steeds met een kraal in haar mond rondloopt.