Twitter als bron in het ISIS-Kalifaat: no-go of noodzaak?

Wie met zijn smartphone in de Google Play store het Arabische woord فجر (dawn) intypt, vindt een app met een naam die zich naar het Engels mooier laat vertalen dan naar het Nederlands: ‘Dawn of glad tidings’. Je logt in met je Twitteraccount en geeft ISIS dan in een handomdraai toestemming berichten op je account te posten. Door in die tweets slim gebruik te maken van hashtags, is ISIS iedere keer binnen no-time trending topic.

Het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic deed data-onderzoek en ontdekte dat wanneer ISIS een trending topic wordt, elke post daarna gemiddeld 72 keer geretweet wordt – waardoor de trending topic alleen nog maar meer trending wordt. Toen ISIS de Noord-Irakese stad Mosul binnenviel, stuurde de groep volgens The Atlantic bijna 40.000 tweets op één dag rond. En toen op een gegeven moment het bericht rond ging dat ISIS in opmars was richting Bagdad, werd via de Dawn-app door duizenden een foto getweet van Bagdad met een ISIS-vlag en de tekst “We komen eraan, Bagdad”. Dat bericht werd zo vaak rondgestuurd, dat het bij elke zoekopdracht met het woord ‘Bagdad’ bovenaan verscheen.

Goed georganiseerd
Deze app geeft blijk van een ongelofelijk goed georganiseerde mediastrategie. ISIS heeft zichzelf bij elke post verzekerd van een trending topic en het is Twitter praktisch onmogelijk gemaakt om alle ISIS-accounts te verwijderen, dat zijn er inmiddels immers tienduizenden.

De ISIS-sympathisant Abu Bakr al-Janabi legde in een gesprek met VICE News uit hoe de mediaverdeling binnen ISIS ligt: “Er zijn verschillende soorten ISIS-divisies op de sociale media: het officiële media-account, dat de videoreleases publiceert, ISIS provincieaccounts, die live feed-informatie en foto’s publiceren, de ISIS-mujahideenaccounts, waar strijders over hun ervaringen en dagelijks leven tweeten, en ISIS-supporters, die westerse, shi’itische en tirannieke propaganda en leugens ontkrachten”. Een algemene centrale nieuwsvoorziener en daarnaast een diversiteit aan stemmen, dat is het idee. Een idee dat ogenschijnlijk werkt.

‘Twitterrevolutie’
Met zoveel ISIS-tweets en zo weinig andere bronnen, is het verleidelijk om het belang – en ook de betrouwbaarheid – van Twitter te overschatten. Dat gebeurde al vele malen eerder. Toen in Iran in 2009 bij de herverkiezing van president Ahmedinedjad een grootschalige opstand ontstond, smeten Westerse media veelvuldig met termen als ‘Facebookrevolutie’ en ‘Twitterrevolutie’. The Atlantic schreef in 2009 zinnen als: “You cannot stop people any longer. You cannot control them any longer. They can bypass your established media; they can broadcast to one another; they can organize as never before.” CNN voorzag zijn kijker van informatie door rechtstreeks Tweets te citeren, bronnenchecks leken op eens niet meer relevant.

Pas later, in juni 2010, merkte Foreign Policy op dat Twitter onder Iraanse activisten nauwelijks een relevant communicatiemiddel was: “Westerse journalisten die geen toegang hadden – of niet probeerden toegang te krijgen? – tot de mensen in Iran, scrolden gemakkelijk door Engelstalige tweets met de tag #iranelection. Niemand scheen zich af te vragen waarom mensen die de protesten in Iran coördineerden, in enige andere taal dan in Farsi zouden schrijven.[pullquote align=”right”]Niemand scheen zich af te vragen waarom mensen die de protesten in Iran coördineerden, in enige andere taal dan in Farsi zouden schrijven.[/pullquote]” De journalist van dienst, Golnaz Esfandiari, sprak met activisten, die vertelden dat voornamelijk sms hen allen op de been bracht. Tweets waren vaak zorgvuldig opgesteld om Westerse media te bereiken.

Product placement
Het idee dat Engelstalige tweets over zogenaamde Twitterrevoluties vaak niet representatief zijn, wordt ondersteund door een interessant onderzoek van de Amsterdamse mediawetenschapper Thomas Poell (Universiteit van Amsterdam) en zijn Tunesische collega Kaouthar Darmoni. Zij analyseerden in 2012 alle Tunesische tweets met de hashtag #sidibouzid en kwamen tot de conclusie dat Engelstalige, Franstalige en Arabischtalige tweets inhoudelijk sterk van elkaar verschilden.

Waar de Frans- en Arabischtalige berichten over het algemeen praktische informatie gaven over hoe en waar, waren Engelstalige tweets sterk intertekstueel: de Engelstalige twitteraars hamerden vooral op hoe belangrijk hun eigen tweets waren. Een sterk staaltje product placement, volgens Poell en Darmoni. De Westerse media liepen er massaal mee weg.

Onafhankelijk werken in Irak
Tot de journalisten die naar Irak zijn afgereisd om verslag te doen van ISIS, behoort videojournalist Bram Janssen. In opdracht van het AP is hij gevestigd in het Koerdische deel van Irak, een deel dat voorlopig nog niet op het verlanglijstje van ISIS staat. Twitter gebruikt hij nauwelijks als journalistieke bron, want “zeker in een oorlog moet je daar ontzettend voorzichtig mee zijn. Ik publiceer liever iets niet, dan dat ik het niet zeker weet.” Janssen is zich daarbij erg bewust van het potentiële bereik van zijn werk, want “alles wat AP zegt is waar, dat imago hebben wij.” Mocht een tweet toch zijn aandacht trekken, dan moet dat eerst geverifieerd worden.

Voor die verificatie, en al zijn andere journalistieke werk, maakt Janssen veelal gebruik van runners en fixers, zelf blijft hij binnen de Koerdische grens. “Als westerse journalist ben je in Irak een doelwit, voor moslims is dat anders. Ik ken geen westerse journalist die ISIS-gebieden binnen is geweest”. Dat gevaar, om bijvoorbeeld gekidnapt te worden voor geld, is er al sinds het begin van de Tweede Golfoorlog. Journalistiek werk is er daarom anders uit gaan zien. “Je moet gewoon contacten hebben. Als journalist ben je zelf helemaal niet zo belangrijk, het is veel belangrijker dat je mensen kent, waar je die mensen kent en wat je relatie is tot die mensen. Zonder die mensen ben je gewoon helemaal niks. Je ziet lang niet alles met eigen ogen, maar daarom moet je zorgen dat je andere ogen gebruikt.” [pullquote align=”right”]”Je ziet lang niet alles met eigen ogen, maar daarom moet je zorgen dat je andere ogen gebruikt.” – Bram Janssen[/pullquote]

In een interview met De Buitenlandredactie vertelde de Iraakse journalist Ahmend Al-Rawi vorige week dat er in Irak geen journalist meer mogelijk is, maar dat is Bram Janssen niet met hem eens. “We weten wat er speelt in Irak, de locals die materiaal afleveren worden heel zorgvuldig gekozen.” Deze mensen hebben vaak zelf een journalistieke achtergrond en weten Janssen regelmatig te voorzien van videobeelden. ”Als het video is, waarin bewijs heel nadrukkelijk is, dan valt daar niet heel veel aan te verifiëren. “ Daarnaast: “Zodra je met een grote camera gaat lopen, dan val je meteen op. Maar als schrijvende journalist kun je nog vrij veel.”

Vergelijkbare berichten