|

Vijftig cent voor een positief bericht over president Xi

Al jaren bungelt China onderaan in de ranglijsten van persvrijheid en internetvrijheid. Sinds het aantreden van president Xi Jinping in 2013 zijn onderdrukking en censuur nog verder toegenomen.

Dit concludeert de Amerikaanse denktank Freedom House in het vorige week verschenen rapport The Politburo’s Predicament: Confronting the Limitations of Chinese Communist Party Repression. Hierin analyseert Freedom House de belangrijkste trends op het gebied van internet- en persvrijheid in de eerste twee jaar onder Xi.

De erfenis van Hu Jintao
De technologische ontwikkelingen van de laatste decennia hebben het aloude Chinese systeem van propaganda, censuur en onderdrukking flink op te proef gesteld. Tijdens de heerschappij van de vorige president Hu Jintao, die duurde van 2003 tot 2013, is het aantal Chinezen met toegang tot het internet bijna vertienvoudigd – van 59 miljoen naar 560 miljoen.

Tegelijkertijd zijn de mogelijkheden om via internet zelf informatie de wereld in te sturen enorm toegenomen. De autoriteiten zagen zich daarom genoodzaakt nieuwe controlemechanismes te ontwikkelen.

In 2004 werd het ‘vijftigcentleger’ opgericht. Dit is een groep professionele internetcommentatoren die – naar verluidt voor 50 renminbicent per post – positieve geluiden over het regime verspreidt en het internet afstruint naar kritische berichtgeving.

Daarnaast heeft de overheid een grote barrière opgeworpen voor buitenlandse websites, zoekmachines en social media: een virtuele Chinese muur die ervoor moet zorgen dat de staat grip houdt op het internetgebruik van zijn bevolking (tip: bekijk ook eens de TED Talk van de Chinese journalist Michael Anti, Behind the Great Firewall of China).

Internetvrijheid onder Xi Jinping
Freedom House stelt dat het regime onder Xi de teugels duidelijk strakker heeft aangetrokken. Xi bedient zich in toenemende mate van agressieve retoriek: hij grijpt terug naar krijgstaal uit de tijd van Mao en bestempelt de huidige situatie als een “ideologisch stijdtoneel”.

De pogingen om vrije pers en social media aan banden te leggen, namen toe nadat een staking bij een toonaangevende liberale krant in januari 2013 leidde tot online petities en protesten voor de vrijheid van meningsuiting.

Ongewenste berichten werden steeds vaker van het internet verwijderd en critici werden geïntimideerd of opgepakt. Zo werd in augustus 2013 de zakenman en spraakmakende blogger Charles Xue gearresteerd. De officiële lezing luidde aanvankelijk dat hij in verband werd gebracht met prostitutie. Hij verscheen echter al snel op de staatstelevisie, om publiekelijk zijn spijt te betuigen voor het online verspreiden van “valse” denkbeelden.

Steeds meer uitlatingen werden strafbaar gesteld. Sinds september 2013 is het online verspreiden van ‘geruchten’ een misdrijf. Verspreiders van onwelgevallige informatie kunnen tot drie jaar gevangenisstraf krijgen als hun bericht meer dan 5000 keer wordt bekeken of meer dan 500 keer wordt gedeeld.

Journalisten strakker aan de ketting
In december 2013 richtte de partij haar pijlen op de journalistiek: speciale propagandamedewerkers zouden de journalistieke programma’s aan de universiteiten gaan leiden. Journalisten moesten bovendien een ideologisch examen doen om hun perskaart te kunnen verlengen.

In februari 2014 werd een door de president geleide werkgroep voor cyber security opgericht. Deze groep is niet alleen belast met het beteugelen van externe bedreigingen, maar ook met controle van het binnenlandse internetgebruik. Uitingen die voorheen getolereerd werden, worden onder Xi hard aangepakt. Niet alleen de voor de hand liggende onderwerpen zijn off-limits, ook openbare veiligheid, volksgezondheid en buitenlandse betrekkingen zijn nu taboe. Het gevolg is dat vandaag de dag nog maar een fractie over is van het relatief openlijke publieke debat dat in 2011 en 2012 via social media werd gevoerd.

Hachelijke situatie
Hoe meer de Chinese autoriteiten proberen hun grip op het (online) medialandschap te verstevigen, hoe heviger het maatschappelijke protest wordt – zelfs vanuit de eigen partijgelederen. In een uitgelekte speech voor hoge partijfunctionarissen erkent Xi de hachelijke situatie: hij ziet een direct verband tussen de noodzakelijke “overwinning op het internetslagveld” en het voortbestaan van het regime en de ideologie. De onwrikbaarheid van het hedendaagse leiderschap is dan ook meer een façade dan een blijk van werkelijke controle, stelt Freedom House.

Wie verwacht dat de Communistische Partij onder Xi Jinping de teugels zal laten vieren, komt volgens Freedom House waarschijnlijk bedrogen uit. Tegelijkertijd klinkt de roep om verandering vanuit de samenleving, ondanks de toenemende repressie, steeds harder. Staat China aan de vooravond van een grote verandering? Stevent het land af op een succesvolle volksopstand, of op een radicaal ingrijpen van de autoriteiten?

Op de website van Freedom House download je het volledige rapport The Politburo’s Predicament: Confronting the Limitations of Chinese Communist Party Repression.

Vergelijkbare berichten