‘Ik zie alleen maar voordelen om een vrouwelijke correspondent in het Midden-Oosten te zijn’
Het Midden-Oosten wordt gezien als een mannenwereld. Een regio waar de patriarchale cultuur sterk aanwezig is. Dat zorgt voor grote verschillen hoe mannen en vrouwen worden behandeld, blijkt uit interviews met vijf verschillende correspondenten in de regio.
‘Een man vindt het maar al te leuk om een vrouw alles uit te leggen’
Daisy Mohr, Midden-Oosten correspondent van de NOS, ziet het juist als een voordeel om als vrouwelijke correspondent aan het werk te zijn in het Midden-Oosten. “Als vrouw heb ik veel makkelijker toegang tot vrouwen, de helft van de samenleving.”
“Ook merk ik dat het ijs soms makkelijker breekt als ik bijvoorbeeld vertel ook getrouwd te zijn.” In contact komen met mannen is geen probleem voor Mohr: “Een man van het ministerie bijvoorbeeld, vindt het maar al te leuk om een vrouw alles uit te leggen. Ik neem de tijd en laat hem dan dingen uitleggen als een echte patriarch.”
‘Ik kan dan dieper gaan, andere vragen stellen’
Judit Neurink, freelance correspondent in Irak, deelt dat gevoel. Volgens haar kan je als vrouw bij mannen én vrouwen terecht, dat terwijl alles in het Midden-Oosten juist zo gescheiden is. “Wij vrouwen voeren ander soort gesprekken met vrouwen. Die zijn vaak dieper en er zit geen schaamte bij. Ik ben bij vrouwen op bezoek geweest die een IS- echtgenoot hadden, ik kan dan dieper gaan en kan vragen stellen die mannen niet kunnen stellen. Omdat je ook vrouw bent en ze je meer vertrouwen.”
‘Er blijft een hele wereld voor mij gesloten’
Dat terwijl voor mannelijke correspondenten het contact met vrouwen juist lastiger kan zijn, ervaart freelance correspondent Joost Scheffers. “Als ik bij een man thuiskom dan zie ik de vrouwen die daar wonen, dochters of een echtgenote, helemaal niet. Soms ga ik bij een vriend eten en dan is zijn vrouw in de keuken aan het eten. Er blijft een hele wereld voor mij gesloten.”
‘Makkelijker om mannen te spreken’
Ook Melvyn Ingleby, Midden-Oosten correspondent van de NRC deelt dit gevoel. Hij doet naar eigen zeggen zijn best om net zoveel vrouwen als mannen op te voeren in zijn stukken. Maar een helemaal gelijke verdeling lukt niet. “Ik vind het belangrijk dat de man/vrouw-verhouding eerlijk verdeeld is in mijn stukken. Op dit moment zijn mijn bronnen ongeveer 30 % vrouw en 70 % man. Dit probeer ik op te lossen door in bureaustukken vaker vrouwelijke experts aan het woord te laten. Maar on the ground is het veel makkelijker om mannen te spreken.”
Vooral in Nederland moet de mindset veranderen
Behalve de verschillen in de regio is er ook een verschil vanuit Nederland voor mannelijke en vrouwelijke correspondenten. Zo ervaart Mitra Nazar, Turkije-correspondent voor de NOS, een andere benadering vanuit de redactie in Nederland met betrekking op haar vrouw zijn. Op haar sollicitatie voor haar correspondentschap werd bijvoorbeeld gevraagd of ze het wel kon combineren met een gezin: “Van al die vragen word ik witheet, dan denk ik: zou je dat ook tegen een man zeggen?”
Ook Melvyn Ingleby herkent dit, hij denkt dat er een mindset-verandering moet komen vanuit de redacties in Nederland: “Jonge redacteuren bij NRC denken daar al heel anders over dan oude redacteuren. En ik heb nu twee vrouwen als chef, dat maakt ook een verschil, die zitten toch wel scherper op de problematiek. Dat is ook belangrijk, binnen de krant moet dat spelen.”
Dit stuk van Luca Berghuis verscheen eerder in onze nieuwsbrief Standplaats Verweggistan