|

‘Ik hoef gelukkig niet puur van mijn correspondentschap te leven’

Bio: Niels begon zijn journalistieke loopbaan halverwege de jaren 90 als verslaggever bij het Noordhollands Dagblad en werkte nadien als freelancer voor kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland. Naast zijn werkzaamheden als correspondent is Niels actief als communicatieconsultant en universitair docent. Hij blogt ook.

Waarom heb je gekozen voor correspondentschap in Australië?

Eind 2007 heb ik mijn baan als speechschrijver van toenmalig verkeersminister Camiel Eurlings opgezegd en ben ik naar Australië geëmigreerd omdat ik op zoek was naar een warm land met toekomstmogelijkheden. Ik ben ooit begonnen als verslaggever bij het Noordhollands Dagblad maar eerlijk gezegd had ik geen moment stilgestaan bij de mogelijkheid als correspondent aan de slag te gaan. Dat kwam pas na een tijdje, toen ik mij realiseerde dat er in Australië toch best veel interessante dingen gebeuren.

Hoe lang zit je er al en wanneer loopt het af?

Als ik mij goed herinner leverde ik mijn eerste artikel als correspondent halverwege 2008. Wanneer mijn correspondentschap afloopt? Geen idee. Ik heb zowel een Nederlands als een Australisch paspoort. Ik ben een Dutch Australian of Australian Dutchman en heb absoluut geen plannen om hier weg te gaan.

Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

Ik probeer weg te blijven van de clichés. Australië heeft in journalistiek opzicht écht wel iets meer te bieden dan verhalen over kangaroos en koala’s. Dit is een modern land met een enorm veelzijdige samenleving. Voor het westen is Australië de springplank naar het Verre Oosten. Australië wint zowel in economisch als militair opzicht razendsnel aan strategisch belang. Ook voor Nederland liggen hier grote kansen.


Wat is de grootste verandering met je leven hiervoor? Moest je erg wennen?

Australiërs zijn een stuk minder direct dan Nederlanders. Nederlanders zijn toch meer van ‘what you see is what you get’. Je moet erg oppassen wat je zegt want het is makkelijk om mensen tegen het hoofd te stoten. Het is hier allemaal wat minder hard, wat minder opgefokt. Eigenlijk best prettig. Ik voel mij hier op m’n gemak.

Voor wie werk je allemaal, moet je daarnaast ander werk doen?

Ik ben een freelancer dus in principe werk ik voor iedereen die een beroep op mij doet. Ik hou natuurlijk wel rekening met concurrentieoverwegingen. Het correspondentschap is een bijzaak voor mij. Ik hoef er gelukkig niet van te leven. Mijn eigenlijke werk is academicus. Dat is misschien waarom ik het zo leuk vind – er staat geen druk op.

Op welke productie/verhaal ben je het trotst?

Zonder twijfel mijn verslaggeving rondom de overstromingen in Queensland, begin 2011. Ik deed alles tegelijk: radio, TV, kranten. Het was een gekkenhuis maar mijn opdrachtgevers toonden zich erg tevreden.

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

Doe het niet voor het geld maar uit liefde voor het vak.

Vergelijkbare berichten