|

Waarom stemde Zimbabwe weer op Mugabe?

Een Zuid-Afrikaan zei afgelopen week tegen mij: ‘Dat Zimbabwe nog eens vijf jaar Robert Mugabe als president heeft, dankt het land aan zichzelf. Zimbabwanen zijn een gedwee volk, ze durven nooit in opstand te komen.’

Hij vergat kennelijk voor het gemak dat Zimbabwe zijn racistische blanke regime veertien jaar eerder dan Zuid-Afrika ten val bracht.

Veel mensen vragen mij sinds mijn terugkomst uit Zimbabwe hoe het toch kan dat Mugabe weer gewonnen heeft. Was het alleen fraude? Of is hij ook nog populair?

Beide, antwoord ik steeds. Natuurlijk is er gefraudeerd, maar ook heel veel Zimbabwanen hebben gewoon weer op Mugabe en zijn partij Zanu-PF gestemd. Niet omdat ze allemaal zo dol zijn op de dictator die ondertussen 33 jaar aan de macht is en het land economisch de afgrond in heeft gestort. Maar omdat ze de relatieve vrede van de afgelopen vijf jaar wilden behouden.

Wie je niet kunt verslaan, kun je maar beter omarmen
Vers is nog de herinnering aan de moordpartijen rond de verkiezingen van 2008. Toen probeerde Zimbabwe serieus het regime van Mugabe op te breken. Mensen protesteerden, Morgan Tsvangirai won de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Het resultaat: er vielen in aanloop naar de tweede ronde honderden doden, en honderdduizenden mensen sloegen op de vlucht.

En wat heeft het opgeleverd? Vrijwel niets. Mugabe is nog steeds aan de macht, de coalitieregering met Tsvangirai’s MDC bracht enige economische stabiliteit, maar MDC is ondertussen weer van alle invloed ontdaan. En Tsvangirai en andere MDC-partijleden begonnen bovendien ook zichzelf te verrijken de afgelopen jaren.

Dus waarom zouden Zimbabwanen deze verkiezingen weer de straat op gaan, weer hun leven wagen, als de kans op werkelijke verandering nihil was, als Mugabe zijn macht toch niet zou afstaan, als het land vervolgens waarschijnlijk weer in een diepe economische crisis zou worden gestort, net nu het een beetje aan het opkrabbelen leek.

‘Wie je niet kunt verslaan, kun je maar beter omarmen,’ zei hoogleraar Stephen Chan, die ik interviewde voor een artikel in Trouw voorafgaand aan de verkiezingen.

Ik begrijp de Zimbabwaanse houding kortom wel. Je kunt wel in opstand komen, moedig je leven wagen voor ‘de goede zaak’, maar er moet wel een gedegen alternatief bestaan, een plan voor na de revolutie. En een kans op succes natuurlijk. Anders wordt al die ogenschijnlijke heldhaftigheid alleen maar bestraft met honger, mishandeling en in het ergste geval de dood.

Lessen van de Arabische Lente
Je ziet dat ook aan de aanvankelijk zo geprezen ‘Arabische Lente’. Wat heeft die precies opgeleverd? Hosni Mubarak is weer vrij, in Syrië zouden ondertussen gifgasaanvallen worden gepleegd, in Tunesië dreigt een beperking van de vrijheid van vrouwen, Jemen is een chaos. Succesverhalen heeft die op zich zo moedige Lente niet opgeleverd.

Wellicht dat de Zimbabwanen met een schuin oog naar de Arabische wereld hebben gekeken en inzagen dat zelfs als Mugabe verdreven zou kunnen worden, de kans gering was dat Tsvangirai een gedegen plan zou hebben om het land er weer bovenop te krijgen. Tsvangirai boezemde met zijn seksschandalen en plotse rijkdom sinds hij zitting nam in de coalitieregering Zimbabwanen de afgelopen jaren maar weinig vertrouwen in.

John Lennon zong ooit in het nummer ‘Revolution’ van The Beatles: You say you want a revolution / Well, you know / We all want to change the world… You say you got a real solution/ Well, you know / We’d all love to see the plan…

Het probleem van heldhaftige revoluties is dat zij zich doorgaans richten op het omverwerpen van iets, zonder te bedenken wat er dan precies voor in de plaats moet komen. Dat Zimbabwe koos voor Mugabe was geen gedweeheid of lafheid, het was slechts een gevolg van een gebrek aan een geloofwaardig alternatief.

Vergelijkbare berichten