Het verhaal over het Amerikaanse rechtssysteem – vertel je vanuit de cel
“De misdaad die ik beging?”, kopt het stuk van Andrew Buncombe in The Independent. “Ik ben een journalist in Trumps’ Amerika”. De Amerika-correspondent werd twee weken geleden gearresteerd tijdens het verslaan van een demonstratie in Seattle. Het was de derde keer in zijn dertigjarige carriere dat dit gebeurde. De arrestatie van de Britse journalist komt in een tijd van grootschalig politiegeweld tegen journalisten in Amerika.
Buncombe’s ervaringen lezen als een horrorverhaal: intimidatie, mishandeling, slechte hygiene in de gezamenlijke cel en een gebrek aan coronamaatregelen.
Before being allowed to use the phone, an officer needed to re-enter my details. I was called out of the holding cell, told to stand before a desk and spell my name. The officer could not hear me, so I explained it may have been my accent (I am British). For reasons that were unclear, the woman took offence. “Get back in the cell. You’ve lost your chance. You’re being condescending. I tried again to spell my name but they were having none of it. Out of nowhere, a male prison guard leapt at me from behind, yanked hard on the collar of my jacket, pulling it with sufficient force into my throat to make me gasp. He then manhandled me into the cell. I made a note of the man’s name, along with several officers who witnessed what he did..
Het verhaal van Buncombe is niet een ik-boehoe-verhaal van een correspondent. Hij kan in tegenstelling tot zijn medecelgenoten rekenen op institutionele steun van zijn werkgever, verontwaardiging van belangenverenigingen zoals het CPJ en de Britse ambassade. Een gepriviligeerde positie waar de journalist zich van bewust is.
Buncombe gebruikt zijn kolommen daarom als een illustratie van hoe duizenden anderen dagelijks worden behandeld. Waarom jonge niet-witte burgers voor hun leven vrezen in Amerikaanse straten. Hoe gebrekkig het Amerikaanse rechtssysteem is. Het systeem waar de gearresteerde demonstranten, die Buncombe omringen, verandering van eisen.
After several hours, my feelings of bewilderment and anger were replaced by journalistic curiosity. Without intending to, Seattle’s law enforcement machine had provided with me with a rare insight into its workings. It was a brief, partial window into a criminal justice system seemingly bereft of humanity or equity: not for one second do I think what happened to me is comparable to the abuses enacted in this nation every moment on people without my white-skinned, press-badge privilege. Yet had I been allowed to remain in Cal Anderson Park and cover the police operation, I would not have seen or experienced what I did.