Uithangbord in het centrum van Ramallah. Hier zat vroeger een kantoor van een krant of tv station. Nu een kledingmaker, maar het bord is nooit weggehaald.. Foto Lisanne Oldekamp
|

De dilemma’s van de Palestijnse media

Rick Nieman die vooraan staat bij een protest tegen vreemdelingendetentie, Rob Trip die op de zeepkisten springt om zich uit te spreken tegen ritueel slachten. Zie je het voor je?

In Nederland is het ondenkbaar dat journalisten zich persoonlijk uitspreken over politieke kwesties. Professionaliteit en objectiviteit komen in het geding als een journalist zijn of haar persoonlijke standpunt in een gevoelige kwestie te duidelijk laat merken.

Palestinian Cause
Palestijnse journalisten zien dat anders. Sommigen vinden – net als een deel van hun publiek – dat het hun plicht is de zogenoemde Palestinian Cause te representeren in hun werk. Anderen geven toe dat ze naast journalist ook activist zijn. Van mijn vraag of dit niet een beetje tegenstrijdig is (‘je moet toch objectief zijn?’) kijken de meeste van deze journalist-activisten raar op. “As a journalist, I only report the facts” is een vaak gehoorde reactie.

Maar zoals ik in mijn vorige blog (Balans vinden in Ramallah) al uitlegde, is het juist de verwoording van die feiten die tot verschillende interpretaties kan leiden. De afscheiding tussen Israël en de Palestijnse gebieden is in de ogen van veel Palestijnen een ‘apartheid wall’ – terwijl dit volgens internationale richtlijnen (die ook door de internationale pers worden aangehouden) een ‘separation barrier’ is. En die separation barrier mag dan wel illegaal zijn, de term is behoorlijk minder sterk dan ‘apartheid wall’.

Zakelijker taalgebruik?

Fatah- en Hamas-journalisten?
Jazeker. Veel Palestijnse media zijn op de een of andere manier betrokken bij een politieke partij. Dit hoeft niet per sé een van de twee grootste te zijn, maar ook een kleinere partij voelt de politieke druk als er kritisch wordt gesproken over de PA of de Hamas-regering. Een buitenlandse journaliste die een tijdje voor een Palestijns medium heeft gewerkt, vertelde dat kritische stukken over Fatah of de PA out of the question waren, omdat de eigenaar van haar werkgever een politiek persoon was.

Het begrip ‘apartheid’ lijkt vrij ingeburgerd onder Palestijnen als ze praten over de Israëlische bezetter. Het wordt dan ook niet als subjectief of activistisch gezien als een Palestijnse journalist zo’n term gebruikt – terwijl dit soort bewoordingen de internationale pers toch wat afschrikken omdat ze zo’n sterke onderliggende gedachte hebben. In hoeverre de vergelijking tussen de apartheidsregering van Zuid-Afrika en het Israëlische beleid in de Palestijnse gebieden opgaat is een andere discussie, die ik hier niet verder zal uitwerken.

Wat hier wel interessant is: moeten de Palestijnse media stoppen met dit soort taalgebruik en een professionelere, afstandelijker toon aannemen? De Canadese journalist John Keating, lid van Media & Democracy Group, ging hier in 2011 over in discussie met (aankomend) journalisten in Ramallah en Gaza. In een blog dat hij na afloop van zijn werkbezoek schreef, legt hij uit dat het wat moeite kostte zijn publiek te overtuigen van zijn punt:

“It was a challenge to persuade them that it’s worth being more balanced and professional in their coverage when it comes to stories involving Israel or anything political. They asked if Israel invaded Canada and built a wall past my home, would I still feel the same way. A fair question. The honest answer is: I don’t know! But I hope I would.”

Bij een Palestijnse naam hangen kolonisten op
Keating beargumenteert dat de Palestijnse media naar buiten toe veel geloofwaardiger zullen overkomen als zij gebalanceerd verslag doen van het conflict. Daarbij hoort bijvoorbeeld ook het toepassen van hoor- en wederhoor. In theorie heel logisch, maar juist bij die wederhoor zit hem het probleem: negen van de tien Palestijnse journalisten heeft en krijgt geen toestemming om Israël in te gaan, wat toch wel handig is als je Israëlische bronnen wil spreken.

Via de telefoon kan dit uiteraard ook, maar zoals een Palestijnse journalist van een internationaal persbureau uitlegde: aan je naam horen ze al dat je Palestijn bent. Dan maakt het niet uit hoe groot en internationaal je werkgever is, veel Joodse kolonisten zullen ophangen zodra je die naam hebt uitgesproken. Daar gaat je gebalanceerde verhaal over de rellen tussen kolonisten en lokale Palestijnse jeugd.

Zelfbescherming of zelfcensuur?
Misschien is dit een van de redenen waarom zo’n groot deel van het nieuws in Palestijnse media via de internationale persbureaus wordt gebracht. Zij hebben een groter netwerk en kunnen een Israëlische journalist inschakelen die makkelijker een quote van een kolonist regelt. Toch is juist dit een van de grootste klachten van een verbeten oude rot in het vak. Deze journalist, die voor zowel AFP als een lokale krant werkt, vindt net als een paar anderen dat de Palestijnse media meer eigen materiaal moeten publiceren. Zelfs een groot deel van het lokale nieuws wordt van de persbureaus overgenomen, vinden deze kritische journalisten.

Dit gebeurt deels uit zelfbescherming: als Palestijnse media kritisch berichten over politieke problemen, is de kans groot dat er maatregelen volgen vanuit de PA (of in Gaza vanuit Hamas). Ook sociale taboes worden vaak gemeden of via een omweg aangesneden. Zowel journalisten als organisaties die zich bezig houden met de persvrijheid in de Palestijnse gebieden geven aan dat die persvrijheid achteruit is gegaan sinds de komst van de Hamas-regering in Gaza. Daar zijn het de Fatah-journalisten die het leven zuur wordt gemaakt, hier op de Westelijke Jordaanoever worden Hamas-journalisten hard aangepakt. Zelfs een Facebook-like van een kritische cartoon over Abbas kan reden zijn om iemand te arresteren, zo bleek vorig jaar.

Eerst de gezamenlijke vijand bestrijden
Toch beweren veel Palestijnse journalisten dat met het einde van de bezetting, de Palestijnse pers volledig vrij is om te schrijven wat ze wil. Interne problemen blijken niet alleen in de krant lastig bespreekbaar, ook in de gesprekken die de journalisten met mij hebben wordt het onderwerp omzeild. Het kan zijn dat ze mij niet helemaal vertrouwen en dus liever geen uitspraken doen over dit gevoelige onderwerp, maar ik vermoed dat een aantal van hen toch ook het liefst de ogen sluit voor de interne problemen. Zoals een cameraman zei: “We are all Palestinians, they are my brothers”. Eerst de gezamenlijke vijand bestrijden, dan zien we daarna wel hoe het er intern aan toegaat. Ze konden nog wel eens voor onaangename verrassingen komen te staan.

Kritisch durven zijn in berichtgeving over de binnenlandse politiek, en genuanceerd in de berichtgeving over het conflict met Israël. Het zal de Palestijnse journalisten niet bepaald als muziek in de oren klinken, maar het zijn belangrijke stappen naar een volwaardig, professioneel medialandschap. Daarbij zullen ook de Palestijnse regeringen en de Israëlische bezetter hun verantwoordelijkheden moeten nemen, en persvrijheden moeten gaan respecteren. Of dit snel gaat gebeuren?

Ik betwijfel het.

Lisanne Oldekamp woont in Ramallah, waar zij haar afstudeeronderzoek doet naar Nederlandse correspondenten, Palestijnse en Israëlische journalisten en internationale en lokale persbureaus. Voor De Buitenlandredactie houdt ze een blog bij over haar bevindingen en ervaringen. Op Twitter: @LisanneOldekamp

Vergelijkbare berichten