|

Literatuur of journalistiek

Ik las enige tijd terug, op reportage in Zimbabwe, de prachtige biografie van de Poolse journalist Ryszard Kapuscinski – geschreven door zijn voormalige collega en pupil Artur Domoslawski.

Opvallend vond ik echter de tekst op de cover van reisjournalist Lieve Joris: ‘Dankzij Domoslawski dringen we door tot in de Poolse ziel van deze onversaagde wereldreporter: een gedreven, complexe maar ook verscheurde man. Een man naar mijn hart, meer dan ooit na het lezen van dit boek.’

Ik kon uit deze aanbevelingstekst maar twee mogelijke conclusies trekken: of Joris had, voor zij die tekst schreef, de biografie niet gelezen; of mijn journalistieke ethiek spoort niet met de winnares van de Bob den Uyl Prijs 2014, de belangrijkste prijs voor Nederlandstalige reisliteratuur.

Want het beeld dat uit de biografie naar voren komt is lang niet altijd fraai: een dochter die Kapuscinski haatte omdat hij nooit thuis was, naar Canada vertrok en haar naam liet veranderen; een man die vrouwen intellectueel nauwelijks serieus nam; en het meest essentieel in mijn ogen, Kapuscinski was iemand die veel van zijn verhalen aandikte, romantiseerde en soms zelfs verzon.

[pullquote align=”right”]Domoslawski concludeert dat wij Kapuscinski’s boeken vooral als hoogstaande literatuur moeten zien, niet als journalistiek[/pullquote]

Domoslawski concludeert in zijn boek dan ook dat wij Kapuscinski vooral als een groot schrijver moeten zien, en zijn boeken als hoogstaande literatuur, niet als journalistiek.

Zelfpromotie
De Kapuscinski die in de verhalen van Kapuscinski doorgaans de hoofdrol vertolkt, is grotendeels een fictionele. De schrijver Kapuscinski bouwde zo een legende rond zichzelf op: die van moedige oorlogsverslaggever, vele malen ter dood veroordeeld en bevriend met allerlei revolutionaire beroemdheden als Patrice Lumumba en Che Guevarra. Ondertussen weten we dat hij die twee nooit heeft ontmoet.

Zulke groteske verzinsels de wereld in sturen om op basis daarvan een legendarisch imago van jezelf te creëren, kan tegenwoordig gelukkig nauwelijks meer. In de geglobaliseerde wereld val je dan vroeg of laat door de mand. Maar het is interessant te zien dat het opbouwen van een sterk imago voor een journalist ook toen al belangrijk was. Goede verhalen schrijven is mooi, maar je moet die verhalen (en dus jezelf) ook weten te ‘verkopen’.

[pullquote align=”right”]Goede verhalen schrijven is mooi, maar je moet die verhalen (en dus jezelf) ook weten te ‘verkopen’[/pullquote]

Natuurlijk, Kapuscinski schreef prachtige verhalen. Boeken als Ebbenhout, De Sjah aller Sjahs en De Keizer behoren tot mijn favorieten. Maar de gedachte dat Kapuscinski in de huidige tijd waarschijnlijk geobsedeerd zou zijn met Twitter – om zichzelf daarop steeds maar te profileren, om de haverklap zou aanschuiven bij talkshows om zelf bekender te worden en bovendien zijn verhalen zou aandikken waar dit onopgemerkt kon, doet toch afbreuk aan mijn idee van zijn grootsheid.

Angelsaksische en continentaal Europese journalistiek
Domoslawski maakt in het boek onderscheid tussen twee stromingen binnen de kwaliteitsjournalistiek: de Angelsaksische traditie, die als fundament de feitelijke precisie van het verhaal heeft; en de continentaal Europese traditie, die zich van oudsher meer op de essentie van de zaak richt, om die te pakken en vervolgens te verwerken in een zo aantrekkelijk mogelijk verhaal.

Kapuscinski was een fervent en openlijk aanhanger van de tweede variant. Ik niet. Ik dacht erover na in Zimbabwe, waar je waarschijnlijk makkelijk weg kunt komen met bijvoorbeeld het samenvoegen van anonieme bronnen. Niemand zou argwanend zijn. Het gebruik van anonieme bronnen in Zimbabwe is op zich immers begrijpelijk. Uitkomen voor je mening is gevaarlijk in het land van dictator Robert Mugabe.

Misschien dat ik de essentie van de problemen in het land beter had kunnen beschrijven door meerdere anonieme bronnen tot één fictieve te maken. Zo iemand weet immers altijd meer dan de afzonderlijke échte mensen uit wie hij is opgebouwd, en hij zal de problemen in een land altijd kernachtiger kunnen schetsen. Toch koos ik ervoor het gebruik van anonieme bronnen zoveel mogelijk te omzeilen, laat staan dat ik er meerdere samenvoegde. Want een journalistiek verhaal dient in mijn ogen in de eerste plaats controleerbaar te zijn.

[pullquote align=”right”]Misschien dat ik de essentie van de problemen in Zimbabwe beter had kunnen beschrijven door meerdere anonieme bronnen tot één fictieve te maken[/pullquote]

Vanwege dat laatste klopt de continentaal Europese traditie gewoonweg niet. Een roman dient de essentie van de tijdsgeest te vatten, journalistiek moet de werkelijkheid beschrijven en te checken zijn. Het is juist de uitdaging de moeilijkheden waarvoor de realiteit je stelt bij het maken van een verhaal te overwinnen. Echt knap is het pas als de realiteit zich laat lezen als een roman zonder dat de inhoud literatuur wordt. Dat dit vaak onmogelijk is, is jammer. Maar de schrijver die in bijna elke journalist schuilt, dient zich daar slechts mokkend bij neer te leggen.

Vergelijkbare berichten