‘Je slikt de tranen weg, je moet dit verhaal nog afmaken’
“Je moet kalm zijn, over de doden heenstappen, en denken aan het verhaal dat je straks gaat maken. En dat doe je, want daarvoor ben je hier”. Correspondent Michel Maas beschrijft in de Volkskrant zijn werk in het rampengebied van de Filipijnen.
Maas beschrijft zijn blijdschap als hij een koude douche kan nemen in Kamer 206 van het Hotel Pongos in Ormoc. De enige douche in de omtrek, die iedereen in het hotel dan ook gebruikt. Het maakt de correspondent niet veel uit, hij wil de lijklucht van zich af spoelen.
Zo’n douche aan het einde van de dag is je beloning, en misschien ook je therapie. Een bordje noedels, een klein beetje geleend internet en je bent volmaakt tevreden.
De ramp veroorzaakt door orkaan Haiyan, of Yolanda genoemd op de Filipijnen, is immens en moeilijk te beschrijven. Toch vraagt de redactie in Nederland om een beeld. Onwerkelijk, vindt Maas:
De telefoon houdt niet op: ‘Zie je al wat?’, is een van de vragen. ‘Hoe is het?’ Onwerkelijke vragen als je duizend kilometer van een rampgebied zit, al zit je er van Nederland uit bekeken natuurlijk toch al vlakbij. Maar je bent er nog niet helemaal. Je bent onderweg. Je wordt wel steeds harder naar de ramp toe gezogen, alleen al door de nieuwsberichten: dat het de Filipijnse ramp van de eeuw dreigt te worden, dat er 100, nee 1.000, nee 10.000 mensen zijn gedood. De overtreffende trap van erg wordt hier opnieuw bereikt.
Maar hoe erg de situatie ook is om hem heen, Maas moet proberen zich sterk te houden en zijn werk te doen. En dat is moeilijk:
Bijna sta je dan met hem mee te huilen. Om alle doden en overlevenden, om alle ellende, om Kamer 206 waar niemand meer kan wonen. Maar je geneert je, slikt de tranen weg. Je doet of ze er niet zijn en je stapt snel in je auto. Want je moet dit verhaal nog afmaken.
Lees het indrukwekkende verhaal van Maas ‘De overtreffende trap van erg is op Filipijnen bereikt‘ bij de Volkskrant.