Recensie ‘Achter het front’ van Jan Eikelboom
Jan Eikelboom neemt je zoals de titel belooft mee in zijn werk achter het front. In Eikelbooms tweede boek komen de journalistieke overwegingen en werkzaamheden aan bod. Dat in tegenstelling tot zijn eerste boek waarin ook de politieke ontwikkelingen werden behandeld. Een uitstekende keus dat Eikelboom zich alleen daarop richt, want over de politiek verscheen al veel. Eikelboom heeft een uniek verhaal over zijn werk als verslaggever. Het resultaat daarvan een vlot leesbaar boek, dat vanaf de eerste pagina tot het einde blijft boeien.
Achter het front is een aaneenschakeling van spannende en onvoorspelbare verhalen, al weet je bij voorbaat dat ze goed aflopen. Eikelboom vertelt ook over de emotionele uitputting die hoort bij verslaggeving in conflictgebieden. De beslissingen over leven en dood die een oorlogscorrespondent neemt. Van het wel of niet naar Syrië gaan tot het in vertrouwen nemen van een fixer aan het front. Ook verhalen over obers die in Teheran delen van de camera meesmokkelen langs een checkpoint, komen aan bod.
Syrië
Toen Eikelboom in januari 2012 een persvisum kreeg voor Damascus, bleef hij aan de kant van Assad aanhangers. Erg lastig voor een journalist in conflictgebied waarbij de kijkers meer sympathie hebben voor de rebellen. In het boek is te lezen dat de verslaggever wil laten zien dat er wel degelijk Syriërs zijn die Assad nog steeds steunen, ondanks zijn bombardementen op Homs. Eikelboom neemt de ruimte om vrijwel iedere beslissing uit te leggen die ze namen in Damascus met bijna elke dag iemand van de overheid achter hun broek.
Behalve ervaringen dicht aan de frontlinie, komt ook een ander gevaar naar voren: het vervoer. Afgelopen zomer reisde Eikelboom af naar het Egyptische dorpje El Minya in het zuiden om een reportage te maken over kerken die waren aangevallen. Met een oude Toyota kwam Eikelboom met zijn team bijna in een botsing terecht. ‘In dit vak zijn de risico’s talrijk – beschietingen, aanslagen, ontvoeringen – maar het grootste gevaar is het verkeer.’
In landen als Egypte is het doodgewoon om op de snelweg tegen het verkeer in te rijden. En daar kan je je als oorlogsverslaggever niet tegen beschermen. Iedereen die in het Midden-Oosten op de snelweg heeft gereden, weet waar Eikelboom het over heeft.
Totstandkoming
Van te voren stuurde Eikelboom de hoofdstukken naar cameramensen en fixers die erbij betrokken waren. Zo wilde Eikelboom er zeker van zijn dat zijn verhalen juist worden weergegeven.
Eikelboom schreef zijn boek naast zijn fulltime baan als verslaggever bij Nieuwsuur. “Als ik thuis was begon ik meteen met schrijven”, vertelt hij bij de presentatie van zijn boek. Het kostte veel tijd, maar was ook emotioneel zwaar. “Ik had de herinneringen weggestopt, maar nu moest ik weer alle laatjes openmaken om die herinneringen op te halen.”
Gemiste kans
Een waardevol hoofdstuk is ‘leerschool’. Eikelboom schrijft hier in zes pagina’s over oorlogsjournalistiek als specialisme. Inclusief een beknopt dagboek van de veiligheidscursus die hij in Wales volgde. Een hoofdstuk dat een stuk langer of in meerdere hoofdstukken beschreven had mogen zijn.
Na alle ervaringen van Eikelboom wil je er als lezer ook lering uit trekken: wat zijn de eigenschappen van een oorlogsverslaggever en hoe ontwikkel je die? Hoe ga je om met alle bloed en verderf dat je tegenkomt? Eikelboom staat daar, zeker in vergelijking met de rest van zijn boek, te kort bij stil om een goed beeld van te schetsen. En dat is zonde.
Conclusie
Ondanks de gemiste kans, is het zeker de moeite waard om Achter het front te lezen. Het is genieten om de verhalen die Eikelboom meemaakt in het altijd onvoorspelbare Midden-Oosten te lezen en ervan te leren van de journalistieke keuzes. Ook als je geen interesse in de Arabische wereld hebt.
De reportages waar Eikelboom het in zijn boek over heeft, zijn hier terug te zien.