Gratis bier voor Adolf
Van een afstandje zag het er eigenlijk best gezellig uit. Een sprookjesspringkussen, een man met gitaar op het podium, moeders met baby’s en overal groepjes pratende mensen. Het leek een doorsnee feestje op een gewone zaterdagavond, ware het niet dat de feestgangers dit keer Duitse neonazi’s waren. Er was opvallend weinig pers – en nog minder protest.
Het oost-Duitse dorp Leinefeld ligt erbij alsof er na de val van de Muur nooit meer iets spectaculairs gebeurde. Saaie grijze appartementenblokken worden afgewisseld met garageterreinen en matrassenwinkels. Op straat lopen vooral oudere mensen, vergezeld door hun hondje. Niet per se het decor waar je een nazi-evenement verwacht.
Toch is dat wel degelijk aan de orde; al enige jaren wordt er in in Leinefeld een extreemrechtse Heimat-dag georganiseerd.
Gratis bier
Als journalist neem ik een kijkje en loop ik rond een uur of een ‘s middags met een groepje neonazi’s in de richting van het festivalterrein. Al snel raak ik in gesprek met twee mannen die net naast het terrein staan te praten. Een van hen heeft een fiets, de ander ziet eruit als een boswachter. Deze laatste is van het Ordnungsambt van de gemeente, hij controleert of iedereen zich vandaag aan de regels houdt. “Toevallig heet ik Adolf”, vertelt hij. “Als ik naar binnen ga, krijg ik vast gratis bier.” Hij glimlacht. “Voor het zover is, heeft de politie me waarschijnlijk al gearresteerd. De naam Adolf was tot 2007 verboden.”
Terwijl Adolf en zijn vriend me vertellen dat het hier vandaag best gezellig is en dat iedereen recht op zijn eigen feestje heeft, komt er een grote, dikke man op ons af. Met een joviale klap op de schouder begroet hij de twee mannen. “Dit feestje hier?,” moppert hij, “veel te links!” Hij steekt zijn hand uit. “Zie je deze twee ringen? SS staat erop. Die club was tenminste rechts. Ik ben een inwoner van het Derde Rijk!” Adolf kijkt ongemakkelijk. “Ik ga weer verder,” verontschuldigt hij zich en snel maakt hij zich uit de voeten. De grote man merkt het ongemak van Adolf niet. Met grootse gebaren vertelt hij dat hij wat “vlaggen en ander spul” heeft aangeschaft. Hij kijkt me voor het eerst aan. “Ik ben rechts, weet je.”
“Zie je deze twee ringen? SS staat erop. Die club was tenminste rechts. Ik ben een inwoner van het Derde Rijk!”
Fotografen, politie en antifascisten
Als de grote neonazi naar de politieagenten loopt om een betoog over Mussolini te houden, praat ik nog wat na met de man met de fiets. Over de fotografen bijvoorbeeld, die een paar honderd meter verderop op een heuveltje staan. Het zijn persfotografen, maar vooral politiemensen en antifascisten die foto’s maken van iedereen en alles op het terrein. Hun aanwezigheid is vaste prik; zo’n feestje is een de ideale manier om de nazibeweging in beeld te krijgen.
Buiten de fotografen zijn er vandaag opvallend weinig inwoners van Leinefeld die interesse tonen in het evenement. Volgens Adolf, die inmiddels weer bij het gesprek aanwezig is, zijn de inwoners van het dorp inmiddels gewend aan het jaarlijkse nazifeestje op hun grond. “We hebben hier ook geen keus”, valt zijn maat hem bij. “Ons vraagt de politiek niets. Maar ach, zo erg vinden veel mensen het niet. We winden ons er vooral over op dat we vandaag onze parkeerplekken niet mogen gebruiken.”
Protest
De gemoedelijke sfeer op het festivalterrein blijkt stilte voor de storm te zijn. Over een paar uur zal het slaperige stadje Leinefeld in een protestgebied veranderen, als een groep antifascisten uit Göttingen arriveert voor een geplande confrontatie. “Je kunt maar beter zorgen dat je dan binnen de hekken van het evenement bent,” adviseert Adolf. “Daar kan je niks gebeuren.” Ik bedank hem en neem afscheid. Met een paar honderd nazi’s op een terrein opgesloten zitten terwijl daarbuiten geprotesteerd wordt? Deze keer maar even niet.